24/01/2014: Hué, de historische parel…

Vietnam blijft verrassen…

De kuststrook van Vietnam is niet meteen de meest verkeersluwe plek op aarde te noemen. Vooral tourbussen richting het diepe zuiden maken er het mooie weer. De chauffeurs dragen de slogan ‘the survival of the fittest’ hoog in hun vaandel. Of moet ik eerder zeggen in hun claxon? Wie niet snel genoeg opdondert, wordt gegarandeerd van de weg getoeterd. Om nog maar te zwijgen van de waaghalzerij die sommige chauffeurs op hun nek halen bij het voorbijsteken van te trage voorliggers. Ik begin stilaan te vermoeden dat je in Vietnam reeds je rijbewijs behaalt als je de claxon kan hanteren.

Gelukkig lopen er meestal parallelle wegen langsheen de drukke kustbaan. Toegegeven, de alternatieve route ligt er evenwel niet altijd zo rimpelloos bij en ook de afstand om dezelfde eindbestemming te bereiken, impliceert vaak een omweg van een extra 30 tot 40 kilometer. Het zijn evenwel ongemakken die ik er met plezier bijneem. In ruil krijg ik opnieuw de kans om een glimp op te vangen van het alledaagse leven. Noeste Vietnamese landarbeiders kijken vanonder hun puntige strohoedjes heel even op als ze me voorbij zien fietsen. De meesten zwaaien me breedlachend toe om enkele tellen later hun werkzaamheden voort te zetten. Dit is het Vietnam zoals ik het altijd voor ogen had: een kleurrijk land met een eeuwige glimlach. Wat mij ook opvalt zijn de ontelbare tempeltjes -geloof me vrij het zijn er honderden!- die zowat in elk dorp langs de kant van de weg opduiken. Wie heeft die hier ooit gebouwd, gefinancierd en vooral wie onderhoudt die? Het is me echt een raadsel…

Vietnam blijft me ook in andere opzichten verrassen. Zo kan ik bij het binnenfietsen van de stad Hué rekenen op een haast keizerlijke ontvangst. De vele stadspoorten met z’n stenen omwalling katapulteert me terug naar de glorieperiode van weleer. Tot in 1945 was Hué de keizerlijke hoofdstad van Vietnam. Die status mag de stad zich letterlijk toe-eigenen want de restanten van vele graven laten er geen twijfel over bestaan: Hué was één en al pracht en praal. Inderdaad was… Zijn ligging vlakbij de scheidingslijn die in 1954 werd getrokken tussen Noord en Zuid Vietnam heeft Hué tijdens de Vietnamoorlog de das omgedaan. Vooral tijdens het befaamde Tet-offensief (de onverwachte en massale aanval van de Vietcong op de Nationale feestdag tegen de Amerikanen) was Hué het strijdtoneel van zware gevechten tussen Amerikaanse maniniers en het Zuid-Vietnamese leger aan de ene kant en de Vietcong en het Noord-Vietnamese leger aan de andere kant. Laatsgenoemden hebben in Hué massa-executies uitgevoerd op zogenaamde ‘witten’ (mensen die ervan verdacht werden anti-communistisch te zijn). Na de oorlog zijn in de buurt van het stadion tientalen massagraven teruggevonden. Niet alleen duizenden mensenlevens werden aan flarden geschoten, ook de monumentale architectuur werd vaak met de grond gelijk gemaakt. Mijn ontdekking doorheen het keizerlijk paleis is dan ook een kleine teleurstelling. Het ommuurde complex dat ooit het privéterrein was van de keizerlijke familie laat een wat verwaarloosde indruk op mij na. De majestueuze grootsheid reikt nog niet aan de enkels van de verboden stad van Peking. Of begin ik stilaan verwend te geraken en treedt er dan toch een déjà-vue-effect op?

De verloren gegane ziel in de citadel van Hué vind ik gelukkig wel terug in de vele keizerlijke graftombes die de stad rijk is. Stuk voor stuk merk ik duidelijke invloeden van de boeddhistische bouwkunst. Tijdens mijn bezoek aan het graf van Tu Duc sluit ik me aan bij een groep toeristen met gids. Zo krijg ik te horen dat de weelderige rustplaatsen indirect het gevolg zijn van de Franse kolonisten die er de plak zwaaiden. De plaatselijke keizers hadden nagenoeg geen macht en besloten dan maar om hun energie te steken in het uitbouwen van een mooie, laatste rustplaats. Toch merk ik dat ook hier de tand des tijds zijn sporen nalaat. Gelukkig verklaarde UNESCO een aantal historische gebouwen en monumenten in 1993 tot werelderfgoed. Een opsteker voor Hué die de eraan gekoppelde centen best zal kunnen gebruiken voor de renovatie.

Niet alleen de aanwezige mystiek en grootsheid doen me naar adem happen. Ook een stel mooie mannequins die bij één van de afgelegen graftombes zich van hun beste kant tonen, doet me heel even wegdromen naar de tijd van weleer. De keizers van Hué hadden namelijk de reputatie opgebouwd zich te laten omringen door de mooiste vrouwen van het land. Sommige keizers hadden het precies wel heel erg naar hun zin. Keizer Minh Mang slaagde er bijvoorbeeld in om met zijn harem maar eventjes 142 kinderen ter wereld te brengen. Of zijn productief gedrag te wijten was aan zijn geestdrift of dan wel aan de verveling die zich manifesteerde zullen we wellicht nooit weten…