met een verrassend einde…
De Georgian Military Highway is een eeuwenoude route die de hoofdstad Tbilisi verbindt met de Noord-Ossetische hoofdstad Vladikavkaz. Het daar ondergelegen Zuid-Ossesië heeft zich in 2008 afgescheurd van Georgië. Tot op heden is het bezet gebied en voeren Russen er de boventoon. De doorsteek doorheen de machtige noordelijke Kaukasus is gelukkig wel toegankelijk. We fietsen te midden van een landschappelijk spektakel en trappen ons -met het nodige bochtenwerk- de hoogte in. We delen de weg in hoofdzaak met trucks die de import en export naar Rusland garanderen. Het verkeer op de toegangsweg valt al bij al nog mee.
In de soms minuscule dorpjes staan langs de kant van de weg hier en daar wiebelende tafeltjes opgesteld. Het zijn mobiele kruidenierswinkels waar de lokale bewoners wat groenten en fruit uit de eigen moestuin verkopen. We geven de voorkeur om de plaatselijke economie te steunen en doen onze inkopen dan ook bij een hoog bejaard vrouwtje. Op sommige plaatsen fietsen we langs enkele bezienswaardigheden: eeuwenoude kerken die het landschap afwisselen met uitkijktorens. Ze leveren een ongelijke strijd met de natuurelementen. De tand des tijds heeft velen ervan herschapen tot ruïnes.
Naarmate we hoger klimmen, nemen de tunnels toe. Op de meest kritieke plekken vangen galerijen de lawines op. De langste tunnel is gelukkig aan één zijde half open. Grote, betonnen vensters geven ons een aparte inkijk op het landschap dat heel Zwitsers aanvoelt. Het dorp Gudauri is dan ook niet geheel toevallig uitgegroeid tot één van Georgie’s belangrijkste ski-oorden. Publiciteitsborden en richtingaanwijzers brengen toeristen naar het juiste hotel. In hartje zomer liggen ze er nu verlaten bij. Ik voel er niet veel voor om mijn tent op te zetten in, maar de prijzige hotels vallen evenwel buiten ons budget. We beslissen dan maar om ons slaapmat uit te rollen op het balkon van één van de vele, schijnbaar verlaten hotels. Pavel is er niet gerust in en inspecteert vakkundig of de verborgen camera, die in één van de hoeken van het terras hangt, al dan niet werkt. We kunnen op beide oren slapen, want vermoedelijk is zelfs de hoofdschakelaar van de elektriciteit uitgeschakeld. Terwijl de nacht langzaam om zich heen grijpt, vallen we vermoeid in slaap.
Klokslag middernacht word ik gewekt door aanknipperend licht, gevolgd door het geluid van sleutels in een slot. Halfslaperig zie ik in de deuropening een olijke dikkerd staan, breed glimlachend en tezelfdertijd wat verwonderd. “Come on guys, wake up! I make some coffee for you…” Een kwartier later zitten we aan een grote ronde tafel. Onze opgedoken gastheer schikt de borden en tovert in een mum van een tijd een bescheiden maaltijd tevoorschijn. We kunnen onze ogen niet geloven. Als klap op de vuurpijl krijgen we anderhalf uur later zelfs de kamer van het personeel met privé-badkamer aangeboden. Of hoe twee fietsende zwervers weer eens met hun gat in de boter zijn gevallen…