06/01/2014: ‘De Vergeten Oorlog’…

Waarom leren we niet uit de geschiedenis?

Bestaat er een mooier genot dan het reizen met de fiets? Ik denk van niet. De roterende wielen van mijn stalen ros brengen me steeds naar een andere plaats. Geen enkele dag is dezelfde als de voorgaande. Het déjà-vu effect duikt zelden op. Overal waar ik kom, observeer en registreer ik. De bijeen gesprokkelde puzzelstukken vormen één groot patchwork. Vaak ontbreken grote delen, maar dat maakt het reizen des te boeiender. De bonte lappendeken hoeft niet af te zijn, liefst integendeel. Het spoort me aan om mijn tocht verder te zetten. Elke dag worden mij nieuwe ingrediënten aangeboden. Ze geven me een grenzeloze vrijheid om mijn eigen menu samen te stellen. Precies dat maakt het reizen per fiets zo uniek. De variëteit aan specerijen is haast eindeloos. De ene keer zijn ze sociaaleconomisch getint, de andere keer weer politiek-historisch. In het bezoekerscentrum ‘the Mines Advisory Group’ (MAG) vind ik een combinatie van beide. De rijk geïllustreerde informatieborden hangen een duidelijk beeld op van wat de Amerikanen tussen 1964 en 1973 hier hebben aangericht. De periode kreeg in de geschiedenisboeken een weinig tot de verbeelding sprekende titel mee: ‘de Vergeten Oorlog’.

Ik ontdek tot mijn verbijstering dat Laos negen jaar lang gemiddeld 12 uur per dag gebombardeerd werd door Amerikaanse vliegtuigen. Op die manier hoopte Amerika het oprukkend communisme in Indochina (Vietnam, Laos en Cambodja ) een halt toe te roepen. De toenmalige president John F. Kenndey sprak dan ook in zijn eerste ‘State of the Union’ over het zogenaamde ‘domino-effect’. Laos werd zonder toestemming van het Amerikaanse Congres letterlijk plat gebombardeerd. Naar schatting zou de VS 2,1 miljoen ton bommen over het land hebben uitgestrooid, wat ongeveer neerkomt op ruim 500 kilogram per bewoner. Zelfs in perioden waar geen grote gevechten plaats vonden, werd het land geteisterd door bombardementen. Amerikaanse piloten dropten namelijk na een luchtaanval op Noord-Vietnam -op hun terugweg naar hun basis in Thailand- de niet gebruikte bommen willekeurig af boven Laos. De ‘Vergeten Oorlog’ maakt van Laos het meest gebombardeerde land in de wereldgeschiedenis.

In de afgesloten cinemaruimte van het bezoekerscentrum bekijk ik een reportage over het dagdagelijkse werk van de ontmijningsdienst. Ik zie hoe leden van de MAG-organisatie lokale mensen opleiden. Hun training bestaat in het ontmijnen van munitie, het leren werken met een metaaldetector en het herkennen van diverse explosieven. Gaandeweg wordt me ook de reden duidelijk waarom precies deze regio ten noorden van Laos door de VS werd geviseerd. Enerzijds omdat vele communisten zich schuil hielden in de vele grotten in de wijde omgeving en anderzijds omdat hier de Ho Chi Min trail lag die dienst deed als bevoorradingscorridor voor de vietcong ( de communistische guerrilla).

De balans van de ‘Vergeten oorlog’ was immens groot. Maar liefst 200.000 mensen stierven tijdens de bombardementen en minstens nog eens zoveel raakten gewond. Een cijfer dat zelfs veertig jaar na datum nog oploopt. Van de gedropte munitie (in hoofdzaak clusterbommen die uiteenspatten in honderden kleinere bommetjes) is naar schatting 20% à 30% niet ontploft. Met de regelmaat van de klok komen ze alsnog tot ontploffing bij het omploegen van het land of doordat spelende kinderen ze ontdekken.

Na de documentaire loop ik nog eens doorheen de tentoonstelling. Ik voel hoe de foto’s en de bijhorende verhalen van de verminkte Laotianen zich als weerhaken vastzetten op mijn netvlies. Het is haast niet te vatten dat mensen hier nog steeds in angst moeten verder leven, dat ouders hun kinderen niet vrij kunnen laten spelen en dat landarbeiders bij het uitoefenen van hun beroep zoveel gevaar lopen. Wanneer ik bij valavond terug naar het hotel fiets, doemt dat ene beeld uit de reportage steeds weer naar boven. Het beeld van de oude vrouw die vertelt over die onuitwisbare jaren. Over haar angst, het overleven, het schuilen in de grotten, … Enkele dagen later zie ik haast diezelfde angst terug in de door tranen beweende ogen van een Syrische oude vrouw. De 74 jarige inwoonster van Damascus vertelt snikkend hoe zwaar de burgeroorlog haar leven treft. “Ons leven is hard, we slapen niet, er is geen eten, geen drinken, geen geld. We moeten bedelen …” De pakkende beelden grijpen me andermaal naar de keel. Waarom leren we nooit uit de geschiedenis? Waarom toch?