Zone 798…
Hoe maak je kunst toegankelijk voor het grote publiek? Het is een vraag waar menig kunstenaar in het verleden, maar ook in het heden mee worstelt. In Beijing, hoofdstad van China, hebben kunstenaars een extra obstakel te overwinnen: de censuur.
Het is geen geheim in China, het uiten van de vrije mening is nog steeds een moeilijke evenwichtsoefening. Wie zich waagt aan politiek gevoelige kunst kan het al helemaal vergeten. Zelfs wereldkunstenaars krijgen jaren na hun dood geen vrijgeleide om vrijuit te exposeren. Toen vorig jaar het Andy Warhol Museum op tournee China aandeed, werden een serie portretten in zeefdruk van Mao Zedong geweerd. Een formele uitleg van het Ministerie van Cultuur in Beijing is er nooit gekomen.
Warhol die overleed in 1987 maakte zijn Moa zeefdrukken in 1973, toen de Chinese Culturele revolutie op haar laatste benen liep. Het was in die periode (1966 -1976) dat Mao via z’n jeugdmilities, de zogenaamde ‘Rode Gardisten’ hardhandig uithaalde naar andersdenkenden. Duizenden mensen werden vermoord of beroofden zich van het leven om op die manier de vernederingen van de Gardisten te ontvluchten. Of Warhol zijn Mao-portretten als een vorm van protest maakte, is nooit door hemzelf bevestigd. Wel is het duidelijk dat de hedendaagse kunstenaars zich zelfcensuur opleggen om op die manier problemen te vermijden.
Wie in China op zoek wil gaan naar kunst met een onderliggende politieke boodschap is eraan voor de moeite. Ook in het district 798, in hartje Beijing, maak je geen schijn van kans. Zone 798 was tot 15 jaar geleden een muffe, verloederde industriebuurt met leegstaande en verpauperde fabriekspanden. Kunstenaars ontdekten evenwel de industriële site en zagen de haast ongebreidelde mogelijkheden om het uit te bouwen tot een kunstdorp. Er werden fondsen gezocht onder de vorm van investeerders om de buurt te renoveren. Hier en daar werd een toeristische toets aangebracht door bepaalde gedeeltes om te bouwen tot winkeltjes en eet- en drankgelegenheden. In een mum van tijd werd zone 798 een begrip in het kunstwereldje. Eenieder met naam en faam wou er wel exposeren. De kruisbestuiving kunst en toerisme was een voltreffer van formaat.
Ook wij schuiven schoorvoetend mee met de aanzwellende stroom toeristen die zich een weg baant doorheen het labyrint van steegjes. Grote fabriekshallen wenken ons om de creaties van artistieke duizendpoten te aanschouwen. De locatie kan ons soms meer bekoren dan de kunstwerken zelf. De kunstenaars van weleer die zich profileerden als rebellen tegen het regime hebben zich ontpopt tot commercieel ingestelde ambachtslui. Wellicht vonden zij inspiratie bij één van de bekendste uitspraken van Andy Warhol. “Geld verdienen is een kunst, werken is kunst en goeie zaken doen is de grootste kunst.”