met de neus gericht naar Europa…
We zijn aangekomen in Tbilisi, de hoofdstad van Georgië. Dat betekent dat we het verrassend mooie, maar helaas uiterst armoedige Armenië achter ons hebben gelaten. Op ons netvlies blijft van dit land vooral de verloedering hangen. In der haast verlaten fabrieken die sinds de val van de Sovjet-Unie zijn herschapen tot geraamtes tekenen er het landschap. De Armeniërs zijn willens nillens in de rol gedrukt van een zelf bedruipend volk of vertrekken naar Rusland op zoek naar een beter bestaan. Gebrek aan vooruitgang staat synoniem aan een weinig gemotoriseerde samenleving. Voor ons, als reizende fietsers, was onze kennismaking met Armenië er dan ook één van rust en mateloos genieten.
De overgang naar het meer welvarende Georgië was bij de grensovergang niet meteen merkbaar. We hadden het gevoel dat het armoedig bestaan van Armenië zich had uitgestrekt tot over de landsgrens heen. De dorpjes wekten een troosteloos gevoel op en ook het wegdek had meer iets weg van Zwitserse Emmentaler kaas. Wat ons meteen wel opviel was het wagenpark. De aftandse Lada’s hadden plaats gemaakt voor peperdure Mercedessen en BMW’s. Of dit te maken heeft met de hoofdstad die slechts 135km verwijderd is van de Armeense grens zullen we pas de komende weken ontdekken.
Waar de sporen van het Sovjettijdperk in Armenië nog duidelijk zichtbaar zijn, valt daar in Georgië (en zeker in de hoofdstad Tbilisi) nog weinig van te merken. De oude Sovjetstaat Georgië wil sinds zijn onafhankelijkheid in 1991 nog zo weinig mogelijk te maken hebben met deze grootmacht. De Georgische neuzen zijn allen richting Europa gericht. In dat opzicht is de vrij recente ondertekening van het associatieverdrag tussen Europa en Georgië niet geheel vreemd te noemen. Het verdrag houdt onder meer in dat Europa over de brug komt met politieke, technische en financiële steun. In ruil moet Georgië evenwel werk maken van meer democratie, alsook zijn economie verder moderniseren. Op papier is Georgië en pennenstreek dichter bij de Europese Unie, maar in werkelijkheid is de toetreding nog niet voor morgen.
Wij laten het politieke aspect aan ons voorbijgaan en proberen in de eerste plaats de culturele en ontspannen sfeer die deze grootstad uitstraalt, op te snuiven. Het eerste wat ons opvalt is dat het toerisme in Georgië veel meer floreert dan in Armenië. Her en der vinden we in de stad info kiosken waar toeristen op een inventieve manier enkele woorden Georgisch worden aangeleerd. Tbilisi heeft er een lange geschiedenis opzitten en daar is het oude, historische stadsgedeelte dan ook niet vreemd aan. We struinen doorheen de kleine straatjes geplaveid met kinderkopjes en vergapen ons aan de badhuizen en de handvol kerkjes. Van enige leegloop van de kerk is hier allesbehalve sprake. Georgië is sterk Orthodox georiënteerd, al is de vrijheid van godsdienst evenwel opmerkelijk aanwezig. Op onze verkenningstocht lopen we dan ook voorbij een Georgische basiliek, een Armeense kerk, een Joodse synagoge en een moslim moskee.
Tbilisi is een stad in volle ontwikkeling en dus schieten futuristische gebouwen als paddenstoelen uit de grond. Vooral vanuit het Narikala-fort, dat hoog boven de stad uittorent, hebben we een goed zicht op dit soms contrasterend huwelijk tussen oud en nieuw. Toch is er nog een zweem van de vroegere Sovjet bouwkunst aanwezig. Zo pieken buiten het centrum de vertrouwde, asgrauwe Communistische flats, terwijl in de stadskern regeringsgebouwen duidelijke invloeden vertonen van de Sovjet architecturale kunst. Het parlement uit de vroegere jaren 50 heeft een voorgevel van 16 zuilen. Het getal staat symbool voor het aantal staten waaruit de Sovjet-Unie bestond. Aan de ingang wappert de Georgische vlag schouder aan schouder met de Europese. Een zoveelste bewijs dat Georgië het Sovjettijdperk definitief wil begraven en vergeten. Benieuwd of we dat gevoel ook zullen ervaren, eenmaal we het binnenland intrekken. ..