Reizen per fiets geeft je toch een andere kijk op een land en zijn bewoners, een meer indringende blik achter de schermen. Dat wordt voor een stuk bepaald door de grote fietsafstanden tussen de steden. De afstand tussen de handelssteden Khiva en Buchara is maar liefst 450 km lang. Eeuwen geleden deden de handelsreizigers per kameel op de totale Zijderoute van China (Peking) naar Italië (Venetië) er ruim twee jaar over. In de handelssteden zochten ze Karavanserais op, herbergen. Daar kwamen ze niet alleen op adem en kregen de lastdieren extra krachtvoer, maar werden ook al heel wat koopwaar verhandeld aan tussenhandelaren. Er kwam een handel op gang waar naast de felbegeerde zijde afkomstig uit China, ook porselein en thee gingen vlotjes over de toonbank. Vanuit Europa kwamen dan weer goud, zilver en tabak.
De kamelen hebben plaats gemaakt voor zwaar vrachtverkeer en het assortiment aan koopwaren is een warenhuis groot geworden. Dat de doortocht ook in de 21ste eeuw heel wat voeten in de aarde kan hebben, kan ik met eigen ogen vaststellen. Gestrande vrachtwagens met pech onderweg zijn op de handelsroute dagelijkse kost. Precies doordat de afstanden zo groot zijn en accommodatie onderweg nagenoeg nihil is, wordt een reiziger willens nillens een deel van zijn bewoners. Slapen doe ik in restaurants of bij benzinestations. Doordat die zaken ook meestal ’s nachts open blijven, zijn deze plekken niet meteen de meest ideale overnachtingplaatsen. Anderzijds maak je op die manier wel contact met de lokale bevolking. Zo ontdek ik dat een pompbediende hier nauwelijks zijn boterham verdiend. Voor een hongerloon van 110 dollar moet hij 6 op 7 dagen, ei zo na de klok rond werken. Toegegeven, de levensduurte ligt hier beduidend lager, maar als je weet dat het gemiddeld maandloon in Oezbekistan 200 dollar bedraagt, dan ga je als hier als sterveling geen fortuin vergaren.