Buchara: enig mooi

Wie zich binnen de toeristische sector weet op te klimmen tot gids of touroperator heeft in een land als Oezbekistan een iets beter bestaan. Al zullen ze het ook niet allemaal onder de markt hebben. De concurrentie is moordend en in de karavaanstad Buchara dingen ze dan ook met drommen elke dag opnieuw naar de gunst van de reiziger. En dat die in grote getale halt houden in één van die parels aan de zijderoute heb ik met eigen ogen kunnen aanschouwen. Buchara is dan ook een stad waarin je eindeloos kan blijven dwalen en wegdromen. De stad vertoont wat gelijkenissen met die andere parel Khiva, maar voelt toch een stukje anders aan. Niet alleen is de stad groter -maar nog steeds op wandelafstand te verkennen-, het is er een stuk levendiger. ’s Avonds zoeken de inwoners de koelte op en zwermen uit over de vele weidse, open pleinen die de stad rijk is.

Er is nog een opvallend verschil. De gebouwen zijn hier niet opgetrokken uit leem en klei, maar uit baksteen. De overweldigende versiering van overwegend blauw mozaïek voert ook hier, net als in Khiva, de boventoon. De vele Koranscholen zijn bezaaid met spreuken uit de Koran. In wezen niet geheel toevallig. Buchara was eeuwenlang één van de belangrijkste islamitische centra in de wereld. Maar de voornaamste getuigenissen van deze periode hebben de tand des tijds niet doorstaan. Buchara werd namelijk in 1220 door het Mongoolse leger onder leiding van Djengis Khan platgewalst en in as gelegd. Er is slechts één gebouw dat nog uit de tijd voor Djengis Khan stamt en dat is de elegante Kalyan-minaret. Het verhaal doet de ronde dat de Mongools krijger zo onder de indruk was van de 45 meter hoge minaret dat hij deze vrijwaarde. Of had het eerder te maken met zijn extra functie als toren van de dood? De toren werd niet alleen gebruikt om tot gebed op te roepen, maar diende ook als openbare executieplaats. Misdadigers werden er voornamelijk op marktdagen van de hoge toren geduwd, zodat éénieder getuige kon zijn. Religie en wreedheid, het is een slappe koord waar men nooit echt de balans in heeft gevonden…