Culturele hoogtepunten…
Aan de ontbijttafel vang ik de eerste berichten op van de tyfoon Haiyan die een spoor van vernieling heeft aangericht in de Filipijnen. De kracht zou van een ongekende omvang zijn geweest. Over het dodenaantal bestaat de grootste verwarring, maar men vreest het ergste. Blijkbaar is de tyfoon nog niet uitgeraasd en stevent hij af op Vietnam. Op zijn voorlopige koers ligt eveneens de hoofdstad Hanoi. Als de voorspellingen kloppen dan zou ik wel eens noodgedwongen mijn reisplannen moeten wijzigen. Tot zolang hou ik het hoofd koel.
Bij het verlaten van het hotel lijkt Hanoi nog hectischer dan gisteravond. Driehonderd zestig graden in het rond zie ik één en al activiteit. Winkeltjes, soms slechts een deur en een venster groot, leunen hier zij aan zij. De geringe winkelruimte weerhoudt hen vaak niet om er een ganse supermarkt in onder te brengen. Elk hoekje wordt hier benut. Al snel ontdek ik dat zowat elke straat zijn eigen ‘specialiteit’ heeft. Zo is er een schoenen straat, een potten en pannen straat, een straat vol elektronica, etc. Best handig als je op zoek bent naar het beste koopje. Het trottoir is dan weer het domein van parkerende scooters en openlucht eettentjes. Op elk uur van de dag zie je mensen op lage krukjes, voorovergebogen boven een dampende kom rijst of noedelsoep. Ik laat mijn smaakpapillen nog even geduld uitoefenen, want op het menu staan voor vandaag enkele culturele hoogtepunten.
Als voorgerecht kies ik voor de toeristische topper bij uitstek: het mausoleum van Ho Chi Minh. Het belendend museum leert me dat deze communistische revolutionaire man -met snor en lange grijze sik- aanvankelijk premier en later president was van Vietnam (1945-1969). Onder zijn toedoen zag de Democratische Republiek Vietnam in 1945 het levenslicht. Ook speelde hij een sleutelrol tijdens de Vietnamoorlog. Niet alleen zijn politieke integriteit, maar wellicht nog meer zijn sobere levensstijl hebben van de man een soort halfgod gemaakt. Op het eind van zijn carrière kreeg hij dan ook de sympathieke bijnaam ‘Uncle Ho’. In tegenstelling tot zijn laatste levenswens werd hij echter niet gecremeerd. In navolging van de Russische communistische leiders Lenin en Stalin werd zijn lichaam gebalsemd en ondergebracht in een mausoleum. Ik schuif gedisciplineerd aan over het welomlijnd afgebakend parcours. Soldaten in wit uniform staan er opgesteld als in een stratego spel. In kleine groepjes worden we twee aan twee begeleid tot voor het kolossale gebouw. Een lange rode loper weerspiegelt de status van eer. Bloemenkransen fleuren de hoofdingang op. Via een labyrint van gangen daal ik uiteindelijk af tot in de immense ruimte waar de vader des vaderlands ligt opgebaard. Zijn sacrale pose straalt iets lugubers uit, maar terzelfdertijd ook iets rustgevends. Boven de glazen sarcofaag prijken de bekendste symbolen van het communisme, de hamer met sikkel en de rode ster. In gedachten denk ik terug aan mijn fietsreis doorheen Latijns-Amerika. President Hugo Chavez van Venezuela wou kost wat kost gebalsemd worden voor de eeuwigheid. Het getalm van de regering maakte zijn laatste levenswens onmogelijk. Zijn lichaam was al in te verre staat van ontbinding. Uncle Ho zou ongetwijfeld wel zijn plaats hebben willen afstaan…
Met mijn hoofdgerecht blijf ik in de politieke sfeer, het gevangenismuseum Hoa Lo. Het is in de hoofdstad Hanoi zowat de enige tastbare herinnering aan de Vietnamoorlog. Oorspronkelijk is het een overblijfsel van de Franse kolonisatie. Vanaf 1896 werden Vietnamezen hier opgesloten die in opstand kwamen tegen de koloniale uitbuiting. Vietnamezen werden als slaven tewerk gesteld op koffie -en rubberplantages. Wie niet gehoorzaamde, werd opgesloten, vastgeketend en gefolterd. Wie zelfs te weerspanning was, werd d.m.v. de guillotine letterlijk een kopje kleiner gemaakt. De nietsontziende terreur van de Fransen geeft me een bepaald inzicht over het ontstaan van het communisme. Alsook hoe Ho Chi Minh erin slaagde om het verzet te bundelen en de Fransen te verdringen naar Zuid Vietnam. Na de bevrijding van de Fransen bleef de gevangenis zijn functie bewaren. Zo werden er tijdens de Vietnamoorlog gevangen Amerikaanse piloten in ondergebracht. In tegenstelling tot de Vietnamese politieke gevangen, werden zij echter vrij goed behandeld. Via archieffoto’s en filmpjes zie ik hoe ze volleybal spelen en Kerstmis vieren. De Amerikanen doopten ‘La Maison Centrale’, zoals het gebouw vroeger heette, dan ook vrij toepasselijk om tot ‘Hanoi Hilton’. Een gevangenis met ster-allures…
Om mijn menu af te sluiten kies ik als dessert ‘de literatuur tempel’. Ooit was dit complex het kloppend hart van Hanoi ’s eerste universiteit. Meer dan twee eeuwen geleden sloot de universiteit zijn deuren en kreeg de tempel een meer religieuze inslag. De tempel is een aaneenschakeling van binnenplaatsen en paviljoenen. Godenbeelden vermengen zich met wierook. De verschillende religies laten zich niet gewillig in hun kaarten kijken. Ik maal er niet om, want mijn aandacht gaat volledig op aan het schoon jong volk dat er rondloopt. Het tempelcomplex is voor pas afgestudeerde studenten een geliefkoosde plek om zich mooi uitgedost te laten vereeuwigen door ingehuurde professionele fotografen. Het schouwspel is een must voor het oog. De slanke jonge dames lijken haast weggelopen uit een missverkiezing en laten zich gewillig inblikken. Ik had me geen beter dessert kunnen bedenken…