Een terugblik…
Nog heel even omkijken, nog heel even weg mijmeren… Daarna is het tijd om het voorgoed los te laten. China is op zijn zachtst uitgedrukt een bijzonder land. Alleen al inzake populatie kent het zijn gelijke niet. De laatste schattingen maken gewag van 1,6 miljard inwoners. Wat de oppervlakte betreft, moet China de duimen leggen voor Rusland en Canada. Dit neemt niet weg dat vele steden hier metropolische proporties aannemen. Kunming -ten zuiden van China- is er zo eentje, goed voor 3 miljoen inwoners. De voorbije anderhalve week verbleef ik er in één van zijn buitenwijken. Noodgedwongen, want de printplaat van de batterij geraakte door een spontane staking bij het koeriersbedrijf UPS niet op zijn bestemming. Zo’n buitenwijk lijkt wel een stad in een stad. Ook daar gonst het van de bedrijvigheid en is de scheiding tussen dag en nacht nauwelijks merkbaar. Mijn lang verblijf gaf mij de mogelijkheid om het alledaagse leven te observeren en te genieten van de Chinese keuken. Ik logeerde er in de piepkleine studio van de twee fietskerels die ik in Shilin had ontmoet. Zelf sliepen ze in een grote opslagruimte waar duizenden paraplu’s in alle maten en kleuren klaarliggen voor verkoop. Onze communicatie verliep enkel via de vertaal app van Google. De technologie mag het reizen dan al een stuk minder avontuurlijk maken, het heeft af en toe ook wel eens zijn voordelen.
Zo kwam ik tot de ontdekking dat het woon-werkverkeer van één van de twee fietskompanen maar eventjes 2500 km bedraagt. Eén keer per jaar, rond Chinees Nieuwjaar, keert hij terug naar zijn geboortedorp om zijn familie te bezoeken. De jongeman (28) heeft net als zovele van zijn leeftijdsgenoten geen lief. Volgens Chinese statistieken zouden er in de leeftijdscategorie onder de dertig jaar om en bij de 20 miljoen meer mannen zijn dan vrouwen. Zou dat een verklaring kunnen zijn waarom je in haast elk hotel een kamer per uur kan boeken? Of waarom er steevast een condoom i.p.v. een Bijbel op het nachtkastje ligt?
Er zijn nog meer zaken in China waar ik slechts met moeite een knoop kan aan vastmaken. Het logeren in hotels bijvoorbeeld. Vaak heb ik moeten vaststellen dat ik gewoon werd wandelen gestuurd. Naar de echte reden had ik het raden naar. Via de vertaala pp ben ik er uiteindelijk toch achter gekomen. Wie in China in een hotel wil verblijven, moet een Chinees identiteitskaart kunnen voorleggen. Buitenlanders worden doorverwezen naar internationale hotels. Deze regel werd een aantal jaar geleden ingevoerd nadat bleek dat misdadigers na het plegen van een misdrijf hun toevlucht zochten tot hotels. Gedurende een periode verbleven die daar tot de kust weer veilig was. Met het verplicht voorleggen van de identiteit, heeft de overheid controle over wie waar logeert.
Het toont nogmaals aan hoe China zoveel mogelijk zaken onder controle wilt krijgen. Dat men daar heel ver in gaat, ontdekte ik tijdens mijn verblijf in Kunming. Precies op dat moment vond er een terreuraanslag plaats op het Tiananmenplein in de hoofdstad Peking. Een jeep was er in geslaagd om op het plein tot vlak bij de Poort van de Hemelse Vrede te geraken, waarna het onder het portret van Mao in brand vloog. De drie inzittenden, alsook twee toeristen kwamen op, 38 anderen geraakten gewond. Onmiddellijk na het incident werden de sporen zo snel mogelijk gewist. De plaats werd hermetisch afgesloten en journalisten die getuigenverslagen probeerden te verzamelen werden gearresteerd. Ook op het internet werd elke vermelding van de aanslag meteen verwijderd en werden Weibo-accounts (de Chinese twitter) lam gelegd. Maatregelen die allemaal moesten dienen om het groot gezichtsverlies voor de Chinese leiders te beperken tot een strikt minimum. De plaats van de aanslag lag dan ook zeer gevoelig. Het Tienanmenplein, dat symbool staat voor de macht van Mao, is zowat de belangrijkste en best bewaakte plek van gans het land. De aanslag heeft nog maar eens aangetoond dat terrorisme overal en altijd op de loer ligt, ook in een land dat ogenschijnlijk alles onder controle heeft.
Ik moet eerlijk bekennen dat mijn reisverwachtingen voor China op een laag pitje stonden. Onbekend is nu eenmaal onbemind, maar toegegeven, het was een verrassende ontdekking. Het is een land dat in volle expansie is, maar die daar op zeer korte termijn een ongelooflijke prijs voor zal moeten betalen. Lucht- en grondverontreiniging nemen ongekende proporties aan. Velen denken dat het tij zal keren wanneer Chinese burgers de vuisten gaan ballen en politici voor een gedwongen keuze gaan plaatsen. Ik sta echter vrij sceptisch tegenover deze denkpiste. Zolang er bij de Chinezen zelf geen mentaliteitswijziging optreedt inzake het milieu, dan is het dweilen met de kraan open. Of misschien primeert voor hen dan toch de vooruitgang boven alles. Al is het nog maar de vraag of rondlopen met een mondmasker en 50 procent meer kans lopen op kanker als een vooruitgang kan worden bestempeld…