09/04/2014: hoofdstad Muscat

Enkele bezienswaardigheden…

Ik hou van enige geborgenheid, zeker in een grootstad die ik van haar noch pluim ken. Daarenboven heb ik het niet zo voor de anonimiteit van hotels en guesthouses. Tijdens mijn eerste grote fietstocht doorheen Latijns-Amerika (2006-2009) heb ik af en toe gebruik gemaakt van de reiscommunity CouchSurfing. Gaandeweg heb ik ontdekt dat dit op internet gebaseerd gastvrijheidsnetwerk voor mij een aardig alternatief vormt inzake slaapaccommodatie. Couchsurfing betekent vrij vertaald: een ‘couch’ (bed) aanbieden. Inmiddels zijn er wereldwijd al meer dan 6 miljoen leden aangesloten. Het zijn allemaal mensen die meestal zelf graag reizen en het leuk vinden om reizigers over de vloer te krijgen. Ajit is zo iemand. Zijn appartement lijkt wel het episch centrum van de wereld. Tijdens mijn verblijf ontmoet ik er Pierre uit Italië, de blonde Irma uit Nederland en Sofia uit Cambodja. Zelf hij is afkomstig uit India. Twee jaar terug kreeg hij het aanbod om als dokter in Oman te werken. Hij is één van de zovele buitenlanders die hier een nieuw leven opbouwen. Van de naar schatting 2,6 miljoen inwoners in Oman is ongeveer 1/3de (+/- 800.000) afkomstig uit een ander land. Ze zijn voornamelijk geboren in Bangladesh, Pakistan en India.

Het appartement van Ajit is de ideale uitvalsbasis om de hoofdstad te verkennen, althans per fiets. De uitgestrektheid van de stad leent zich niet meteen tot een wandeltochtje. De meeste bezienswaardigheden liggen daarenboven ook behoorlijk ver uiteen. Bovenaan mijn ‘to see’-lijstje prijkt het paradepaardje van Muscat, de Sultan Qaboes-moskee. Deze gebedsplaats (416.000 m²), waarvan de bouw zes jaar in beslag nam, is de grootste van alle moskeeën in Oman en is tevens de derde grootste van de wereld. Ze is volledig opgetrokken uit marmer. De indrukwekkende gebedshal biedt plaats voor maar liefst 6.500 gelovigen. Wanneer ik de immense ruimte binnenstap, tuimel ik haast achterover van de kroonluchter die alle aandacht opeist. Een andere eyecatcher is het handgemaakt Perzisch gebedskleed. De opzichter weet me te vertellen dat er 600 honderd vrouwen gedurende zes jaar aan hebben gewerkt. Van engelengeduld gesproken…

Even verbluffend is het sneeuwwitte Royal Palace Opera gebouw. In principe zijn er rondleidingen voorzien, maar wegens repetities van een muziekensemble moet ik mij tevreden stellen met een blik aan de buitenkant. Jammer, want alleen al om de haast ondragelijke hitte (gemiddeld 40 graden) te ontlopen, verheug ik mij steevast om heel even binnen te kunnen vertoeven. Gelukkig zorgt de lichte zeebries langs de ‘corniche’, de zeeboulevard, ook voor wat koelte. Het bezoek aan de soek van Muscat, lost niet geheel mijn verwachtingen in. Ik mis er wat authenticiteit. De markt van kleinhandelaars is in de voorbije jaren teveel afgestemd op het toerisme, ten koste van de lokale charme. Die vind ik echter wel terug in de oude vismarkt. Mannen in traditionele klederdracht zitten er op lage stoeltjes. Hun koopwaar ligt als een wat rommelige etalage voor hen uitgespreid. Aan présence wordt hier geen aaandacht besteed. De verkopers beperken zich tot het aanprijzen van hun waren. Het schoonmaken, fileren en versnijden van de vis gebeurt wat verderop en wordt uitgevoerd door gastarbeiders. De slachtbank doet me niet meteen watertanden…

Morgen verlaat ik de hoofdstad Muscat en fiets ik de grote zandbak tegemoet. De route ligt vast en het belooft een vrij pittige tocht te worden. Voor het eerst zal ik ook volledig op eigen kracht moeten fietsen. De batterijen van mijn zware, elektrische fiets dobberen namelijk momenteel ergens rond tussen Bangkok en Dubai. Reken daarbij nog eens de tropische temperaturen en het plaatje is compleet. Benieuwd of ik zal slagen in mijn opzet…