Terug naar af?
Laat mij maar meteen met de deur in huis vallen. Ik zit zwaar in de rats, op alle vlak. Het moreel zweeft rond het vriespunt en het enthousiasme heeft een zware deuk gekregen. Ik ben heel even het noorden kwijt. Mijn hoofd tolt als een losgeslagen schip. Ik voel me als een schipbreukeling te midden van een woelige zee. Op de achtergrond hoor ik de tikkende klok, als een metronoom in cadans, onophoudelijk.
Zondagnamiddag kondigde zich nochtans veel belovend aan. Een stralende lentezon aan een wolkeloos firmament. Hoe lang was dat geleden? Fietsend Vlaanderen had voor het eerst z’n stalen ros opnieuw bovengehaald. Alleen een blik op de kalender kon je overtuigen dat het nog geen grote vakantie was. Ook ik werd overmand door een gevoel van vrijheid en blijheid. Waren deze gevoelens enkel ingegeven door de eerste échte zonnestralen? Neen. Zondagnamiddag kon ik voor het eerst een testrit maken met de twee achterste zonnepanelen. Als een eerste communicant verliet ik met mijn ruimtetuig het atelier van Artwelding in Bulskamp. De eerste wielomtrekken waren schoorvoetend, bedeesd en behoedzaam. Als een peuter die leert lopen, stuurde ik mijn solarfiets de baan op. Het zoeken naar evenwicht verliep minder vlot dan verwacht. Haalde ik te weinig snelheid? Moest ik een minimum snelheid bereiken om de constructie in evenwicht te houden? Ik stopte, keek achterom, inspecteerde, stapte opnieuw op de trappers, tien meter, twintig meter, stopte opnieuw, draaide me terug om en inspecteerde een zoveelste maal. Waarom moest ik meer dan me lief was op de remmen gaan staan? Waarom voelde ik me continu als een koorddanser op een veel te slappen koord? Met arendsogen hield ik de kilometerteller nauwlettend in het oog. Van zodra ik de elektrische ondersteuning aanwendde en de snelheid boven de 18 km per uur zweefde, begon de fietskar gevaarlijk heen en weer te zwiepen. Sommige momenten zwalpte ik van links naar rechts en dreigde ik van het wegdek af te donderen. Miljard!
Op een sukkeldrafje ben ik uiteindelijk veilig en wel in Ieper geraakt, maar niet met een euforisch gevoel. Integendeel. De constructie die vakkundig en met meer dan liefde werd bedacht en uitgevoerd door Dominiek en Jonathan Moeton mag dan wel oerdegelijk zijn, het is niet op maat gemaakt van het onderstel. Dominiek had zich bij m’n vertrek eerder waarschuwend opgesteld. “Ik twijfel over de stabiliteit van de fietskar. Hij heeft gelijk. De constructie zoals nu gemaakt, is te zwaar. Oefening baart kunst, hoor ik u denken. Misschien wel, maar niet als je bedenkt dat ik hier op autosnelwegen van straten fiets, maar off-road en slechte wegen binnenkort meer regel dan uitzondering zullen zijn. Vasthouden aan het nu huidige concept kan me binnenkort heel zuur opbreken.
En nu? Voet bij stuk houden, wars van alle signalen? Neen, want dit is reinste zelfmoord. Zoeken naar een waardig alternatief, een tweewielige fietskar en daarop de huidige constructie lassen? Maar wat met het gewicht? Is een extra 15 kilo of meer wel te verantwoorden in het totale solarconcept? En wat met de onweerlegbare zekerheid dat een éénwielige kar beter spoort dan een tweewielige? Terug naar af en toch -mits zeer minimale versteviging- het Solarwind-concept van Raf Van Hulle opnieuw oppikken? Misschien is deze laatste optie nog wel de beste. Per slot van rekening is balanceren tussen gewicht en optimaal rendement nog altijd beter dan zwalpen op een veel te slappe koord…