De tranen van Iran…
Fietsen in Iran is een feest, tenminste als je de drukke wegen er voor lief bij neemt of als je op zoek gaat naar de schaarse alternatieve wegen. De lange, wat saaie en stijgende weg vanuit de cultuur-historische stad Bam naar Mahan wordt opgevrolijkt door uitbundige automobilisten en omstaanders. Onze wat aparte verschijning op de openbare weg werkt als een natuurlijke verkeersdrempel. Voertuigen vertragen systematisch wanneer ze ons in het vizier krijgen. We zijn al lang de tel kwijt geraakt van hoe vaak we te horen krijgen: “Welcome in Iran”, “I love you” en “Where are you from?” Alles wat zich enigszins voortbeweegt op twee of vier wielen komt schoorvoetend naast ons rijden. Uit het openstaande raam weerspiegelt steevast een mobiele telefoon in het felle zonlicht. We hebben het gevoel als helden te worden onthaald. Iran verwelkomt ons met open armen. Wij zwaaien dankbaar terug. Mijn copiloot John voelt zich de koning te rijk. Zittend als in een pausmobiel groet hij zijn fanclub. Zijn uitbundigheid noodzaakt me meermaals bij te sturen opdat we niet tegen de vlakte gaan. Soms komen we handen tekort om alle begroetingen op een gepaste wijze van antwoord te voorzien. Zou er ook zoiets bestaan als een zwaai-elleboog in het verlengde van een tennis-elleboog? En zo ja, zou dit erkend worden als beroepsziekte? 😉
Het feest speelt zich ook af langs de kant van de weg. Houden we halt om de batterijen wat op te laden, dan worden we in een mum van tijd omringd door een handvol Iraniërs die vol nieuwsgierigheid onze speciale tandem keuren. De vraag naar de kostprijs van ons kleinood behoort stilaan tot de standaardvragen. Ik ontwijk de nieuwsgierigheid telkens met de tegenvraag hoeveel een vrouw kost. Vaak halen ze dan met enige verwondering de schouders op. Wanneer ik hen vervolgens meedeel dat een vrouw veel duurder is dan mijn stalen ros, verdwijnt het echte antwoord in de daaropvolgende lachsalvo’s.
In de namiddag worden we aangemaand te stoppen door een truckchauffeur. Voor we het goed en wel beseffen haalt hij vanuit zijn grote laadbak een kanjer van een watermeloen te voorschijn. Jezus, in welke propvolle fietstas krijgen we die nog kwijt? Zijn uitnodiging om thee te drinken, nemen we dankbaar aan. We kruipen in zijn stuurcabine en genieten van de verrassende gastvrijheid. Zijn kennis van het Engels bestaat nauwelijks uit een handvol woorden. Dankzij non-verbale communicatie kunnen we toch een summier gesprek opbouwen. Op een bepaald moment verandert de gezellige toon. De man van middelbare leeftijd beeldt zijn afkeer uit voor de religieuze machthebbers van zijn land. Zijn ogen worden vochtig en met een gevoel van wanhoop kijkt hij ons doordringend aan. Hij neemt een klein gebedsboekje (de Koran) dat op zijn dashboard ligt en steekt die kokhalzend in zijn mond. We kunnen duidelijk opmaken dat hij niet akkoord gaat met de allesoverheersende islamgodsdienst. Het is niet de eerste keer dat we deze kritische noot aan het adres van de religie te horen krijgen. De aanstelling vorig jaar van de nieuwe president Hassan Rouhani wordt algemeen als positief onthaald, maar de allesoverheersende macht van de geestelijke leider Khamenei is voor velen een doorn in het oog. Zijn invloedrijke raad van hoeders maakt van Iran een onvrije staat waar het islam wordt aangewend om allerlei wetten en regels op te leggen. Hoe langer we in Iran vertoeven, hoe meer we ontdekken dat het volk komaf wil maken met de manier waarop de religie hen in een ongewild keurslijf dwingt. Benieuwd of we die sluimerende ontevredenheid ook zullen terugvinden op onze verdere tocht…
Er gaan dagen voorbij zonder dat we het over uw fietsavontuur hebben.
Mijn dagen zitten propvol met werk aan hof, verbouwing bij dochter lief, helpen bij de fabricage met de zoon, les leren en eindwerk maken (lightroom en premiere elements) en tenslotte mijn eigen foto’s bewerken en verwerken.
Het fotoclubje ontstaan uit uw lessen in Zonnebeke is verleden maand uiteengevallen. Meestal maar 3 aanwezigen.
Het ga je goed dat wensen we uit de grond van ons hart.