is nog niet voor morgen…
We hebben afscheid genomen van onze gastvrije gastheer van het hotel GoodAura en zitten opnieuw op de fiets richting ons einddoel, Kazbegi. Meteen na het verlaten van het skidorp wordt onze aandacht getrokken door een wat bizarre constructie in het bergachtig landschap. Bij aankomst ontdekken we dat de arenavorm met mozaïektegels een vriendschapsmonument is. In 1983 werd het met de nodige feestgedruis ingewijd en klonken de bewindslieden uit Georgië en Rusland op de vriendschap. Inmiddels is deze helaas ver zoek.
Eenmaal aan de top, 2395 meter hoog, wacht ons nog een verrassing. Een aantal herders zijn er namelijk op stap met hun kudde schapen. Door de nauwe doorgang versperren ze volledig de weg. Er is geen doorkomen aan. De schapen zijn zo talrijk dat er op een bepaald moment enkel nog een zee van schapenvacht te zien is. Tussen het gewriemel door proberen automobilisten er zich toch doorheen te wringen. Er volgt een kakofonisch concert van geblaat en getoeter. Het spektakel is grandioos, hilarisch en fotogeniek!
Na een flinke, zalige afdaling bereiken we het half slaperige dorpje Kazbegi. Ingesloten tussen muren van bergen verdwijnt het haast in het niets. Maar dat is buiten de waard gerekend van de hoogste berg van Georgië, de Kazbegi-berg. Deze vijfduizender heeft het dorp net van de ondergang gered. Hotels, guesthouses, bars en restaurants schieten er tegenwoordig als paddenstoelen uit de grond. Niet zozeer het dorp kan ons bekoren, wel de massieve top van de berg die de laatste zonnestralen van de dag opvangt. We zetten onze tent neer te midden van een bosrijke omgeving. Bij het vallen van de avond zien we hoe de eyecatcher als een gevlekte koe langzaam maar zeker in de volstrekte duisternis verdwijnt.
Kazbegi heeft nog een toeristische troefkaart: het ‘Tsminda Sameba’ kerkje. Op een hoogte van 2700 meter is deze vrij dramatische plek uitgegroeid tot een heilige plaats voor de Georgiërs. De bouw ervan moet behoorlijk wat voeten in de aarde hebben gehad en dus zien de Georgiërs het als een symbool van doorzettingsvermogen. Eind de jaren tachtig hebben de Russen er nog een kabelbaan naar boven aangelegd. Vijf jaar later hadden de bewoners het reeds afgebroken. De Kazbegi-berg laat zich deze keer niet in zijn kaarten kijken. De vele tientallen toeristen die zich lui in mini-busjes naar boven hebben laten voeren, zijn er aan voor de moeite. Toch zie ik hoe een gids in de richting wijst van opeengepakte mistslierten die op en neer dansen. “Kijk, de mooiste kerk van Europa naast de hoogste berg van Europa…” Van Europees optimisme gesproken.
Eenmaal terug beneden is de kerk nog maar een hoopje stenen tegen een behang van grillige bergen. Links en rechts drijven wolken op kousenvoeten de vallei in. De lucht gaat over van lichtblauw tot asgrauw en weldra vallen de eerste regendruppels. We zetten de kraag recht van onze regenjas en verkennen de nabijgelegen dorpjes Gergeti en Juta. Waar Kazbegi nog enigszins een bruisende metropool is, zijn deze dorpjes haast uitgestorven. Op een groepje hangjongeren na, zien we alleen maar hoogbejaarde mensen. Troosteloosheid is er troef. De jongens staren ons met een verveelde blik na. De brommers ontbreken, net als de meisjes. Er is hier niks, er gebeurt hier niks. Je zou voor minder wegtrekken.
Als je de Georgiërs mag geloven, dan maken ze al deel uit van de Europese Unie. Wandelend doorheen het oude stadscentrum van de hoofdstad zou je het haast geloven ook. Voor het parlement wappert naast de Georgische vlag trots de Europese. Brede boulevards, historische 19de eeuwse gebouwen en hippe eet- en drankgelegenheden doen je in Parijs wanen. Wie echter twee straten verderop kijkt, loopt tegen vervallen huizen aan waar de balkons van de gevels vallen. Hier in Kazbegi is er al helemaal geen Europa meer te bekennen, hoe selectief je ook kijkt. De toegangsweg tot de ‘mooiste kerk van Europa’ kan je beter te voet afleggen, want asfalt moet hier nog worden uitgevonden. Wie geen cash geld op zak heeft, is er ook al aan voor de moeite. En wie denkt dat de Europese top hier ooit eens zal neerstrijken kan beter een andere weddenschap aangaan. Georgië heeft nog een lange weg af te leggen…