Kazakhstan is groot, onmetelijk groot. Het land is 89 keer groter dan België en bekleedt de negende plaats in de wereldranglijst van totale oppervlakte. Te groot in omvang, moet de president gedacht hebben om het in een legislatuur van zes jaar als een goeie huisvader te onderhouden. Na 29 jaar denkt hij er nog altijd zo over, want sinds zijn aanstelling in 1989 zit president Noersoeltan Nazarbajev sterker in het zadel dan ooit. Kazakhstan werd lang gezien als het meest democratische land in de regio, maar misschien zegt dat meer over zijn buurlanden dan over Kazakhstan zelf. De voorbije jaren is de president alsmaar autoritairder geworden en ontbreekt elke vorm van politieke oppositie. De vrijheid van meningsuitdrukking wordt aan banden gelegd door opgelegde censuur aan diverse mediakanalen. Zolang de president balanceert op de slappe koord van de schijndemocratie lijken zijn dagen nog niet meteen geteld.
Mijn allereerste kennismaking met het land ligt alweer vijf jaar achter mij. Bij mijn eerste deelname aan de Suntrip in 2013 fietste ik dagenlang doorheen de eenzame steppe van Kazakhstan. Ik herinner me dat ik het niet bepaald opwindend vond. Ook nu weer bekruipt mij het gevoel van eenzaamheid en word ik overvallen door een vorm van tristesse. Kazakhstan mag dan wel –mede door de grote olie- en gasvoorraden- de sterkste economie hebben van Centraal-Azië, toch heeft het land een armoedige indruk. Sommige delen van de weg zijn in staat van ontbinding en de omgeving kleurt grijs en grauw. Een gevoel dat nog versterkt wordt wanneer ik een gevecht moet aangaan met de weergoden. Een gevaarlijk opkomende storm blaast me ei zo na van mijn sokken. Ik moet alle zeilen bijzetten om niet de lucht in te vliegen. Tot overmaat van ramp openen de hemelsluizen en moet ik machteloos het natuurgeweld ondergaan. Op zulke ogenblikken stel je veel in vraag. Waarom wil ik dit aangaan, mezelf blootstellen aan ontberingen die zo’n reis met zich meebrengt? Ik vloek, tier, huil en lach. Mijn gevoelens doorlopen zowat alle seizoenen. Het meest gekke is dat ik mezelf altijd betrap op een misleidend geheugen. Eenmaal thuis veranderen alle ontberingen in de meest kleurrijke anekdotes. Meer nog, de negatieve momentopnames krijgen een avontuurlijke inslag die zelden of nooit nog uit het geheugen gewist geraken. Ze blijven hangen als onwerkelijk, als een droom. Misschien is dat wel de reden waarom ik zo graag op reis ga…