Mandalay Hill
Ik blijf in goed gezelschap vertoeven. De kennismaking van Bagan per tandem smaakt voor Yang naar meer. De komende dagen gaan we dan ook verder met elkaar optrekken. Yang, afkomstig uit Maleisië, is de gedroomde copiloot. Niet zozeer omwille van zijn fietsconditie, maar wel omwille van zijn haast onuitputtelijk optimisme en doorzettingsvermogen. In zijn thuisland fietst hij nooit, want een fiets heeft hij niet. Misschien daarom net dat hij zich zo in zijn sas voelt. Wanneer mensen ons vriendelijk een goeiedag toewensen, slaat hij dolenthousiast zijn beide armen in de lucht en zwaait hen uitbundig terug. Nog een geluk dat hij het stuur van de fiets niet moet bedienen.
De weg naar Mandalay is vrij lang (157 km), maar toch maken we ons sterk dat we de eindbestemming kunnen bereiken. We aarzelen dan ook niet om af en toe af te stappen om een glimp van het dagdagelijkse leven op te snuiven. Vooral de vijftal vrouwen te midden van een veld vol rode pepers kan ons best bekoren. Niet alleen zijn spierkracht komt van pas, ook zijn afkomst levert leuke ontmoetingen op. Om de armoede te ontvluchten, zoeken heel wat Birmezen hun geluk in één van de omliggende landen. Tijdens hun verblijf leren ze ook een beetje de landstaal. Op die manier zijn er behoorlijk wat Birmezen die ook een woordje Thai of Maleisisch spreken. In de late namiddag stel ik vast dat we ergens een verkeerde afslag hebben genomen en een serieuze omweg aan het maken zijn. Terugkeren is geen optie, want dan halen we nooit Mandalay. Het enig alternatief is de autosnelweg opfietsen. Gelukkig is deze niet tolvrij zodat het verkeer er nagenoeg nihil is. Kilometerslang hebben we de tweevaksbaan voor ons alleen. We voelen ons de ‘king of the road’. Ondanks ons behoorlijk tempo slagen we er niet in om voor valavond de stad te bereiken. Het is precies half acht wanneer we de tandem parkeren voor één van de vele guesthouses die Mandalay rijk is. De kilometerteller staat op 216 km. Yang heeft met glans de vuurproef doorstaan.
Mandalay wordt algemeen beschouwd als de culturele en religieuze hoofdstad van Birma. Onze eerste kennismaking kan dit alleen maar bevestigen. Zelden heb ik zoveel monniken bijeen gezien als hier. Naar schatting telt de stad maar liefst 700 pagoden. Het stratenpatroon voelt dan weer heel Amerikaans aan. De wirwar van straten heeft iets weg van een schaakbordpatroon die enkel is voorzien van nummers. Op zich wel handig als het op oriëntatie aankomt.
Mandalay Hill vormt zowat het epicentrum van de belangrijkste heiligdommen. Op weg ernaar toe valt ons oog op de openstaande deur van een feestzaal waar een huwelijksfeest aan de gang is. Hmm, zouden Birmezen vertrouwd zijn met partycrachen? Twee minuten later schuiven we verrassend aan voor de royale feestdis. Onvoorstelbaar en ondenkbaar in België…
Het bezoek aan de kloosters en de pagoden rond de heuvel is minder spannend. Ik merk dat er stilaan een zeker déjà-vue effect optreedt. De zoveelste zittende Boedha blinkt al even fel als alle voorgaande en de verafgoding is ook hier alomtegenwoordig. Het panoramisch uitzicht vanop de heuveltop kan me meer bekoren. Net als de groepjes monniken die er rustig rondstruinen en maar al te graag een woordje Engels willen wisselen met de talrijke toeristen. Toch is er één tempelcomplex die me wel weet te boeien, de Kuthodaw pagode. De 729 witte miniatuurtempeltjes met erin een marmeren steen is op zijn zachtst uitgedrukt indrukwekkend te noemen. Op de stenen staat de volledige tekst van het boeddhistisch Heilig Schrift, goed voor 15.000 bladzijden leesplezier. We houden het liever iets aanschouwelijker en zoeken daarom de wijk op van de steenhouwers. In kleine ateliers krijgen de ruwe stenen en het marmer een nieuwe gedaante. De opmars van het boeddhisme draagt ertoe bij dat de beelden en religieuze voorwerpen gegeerde exportproducten zijn geworden. Of hoe religie de tewerkstelling in de hand kan werken…
Deze avond nogmaals enkele van uw boeiende verhalen gelezen en deze vervelen zeker niet. Doe zo verder en tot nog eens. R.