Vientiane, een lommerrijke hoofdstad
Ik ben aanbeland in Vientiane, de kleinste hoofdstad van Zuidoost-Azië. De trip vanuit de historische koningsstad Luang Prabang verliep evenwel anders dan verwacht. De aanhoudende remproblemen noodzaakten me om de bus te nemen tot aan de hoofdstad. Bij het voorbijglijden van het wondermooie ruige berglandschap welden de tranen in mij op. Fietskenners beschouwen het stuk tussen Luang Prabang en Kasi als één van de mooiste fietsroutes in Laos. Net nu moest ik verstek geven. Misschien moet ik, eenmaal de remmen hersteld, alsnog de route per fiets verkennen, maar in omgekeerde richting…
Wat mij meteen opvalt in Vientiane, is het dorpsgevoel dat er heerst. Op geen enkel ogenblik heb ik de indruk dat ik me te midden van een metropool bevind. Waar in Hanoi (hoofdstad van Vietnam) het getoeter van gemotoriseerde voertuigen me zowaar van de weg schalde, lijkt het wel alsof men hier op kousenvoeten voorbij sloft. Verkeerslichten, voorrangsregels, zebrapaden, … de wegcode wordt hier nauwgezet toegepast. De meanderende zacht-bruine Mekong rivier versterkt het lommerrijk karakter van de hoofdstad. Of wordt dit gevoel kunstmatig in de hand gewerkt door de aanwezigheid van het Belgisch biercafé? Hier vind ik niet alleen terug de smaak van de enige echte Duvel Moortgat uit Breendonk, maar evenzo het pakje dat Filip Vanhelsuwe (eigenaar van de ligfiets winkel te Gent) anderhalve maand geleden heeft achtergelaten. Het kleinood bevat fietsmateriaal dat dringend aan vervanging toe is. Een dag later komt Sinterklaas nog een keer langs, ditmaal in de gedaante van Theo en Christine. Zij maken -net als ik- deel uit van de meest recreatieve fietsvereniging van Vlaanderen, ‘de Vakantiefietser’. Theo en Christine lijden al jaren aan het syndroom dat ook al een paar jaar mijn leven domineert: het pedalensyndroom. Om hun leven in balans te houden, zoeken ze elke winter voor een vijftal weken andere fietsoorden op. Tot mijn grote vreugde viel hun keuze dit jaar op Laos en Cambodja. Het weerzien is hartelijk en de ontvangst van de langverwachte nieuwe remmen voelt aan als een eerste communiegeschenk. Het vooruitzicht om eindelijk opnieuw onbezonnen te kunnen fietsen, maakt me haast weemoed dronken van geluk. ’s Avonds dineren we bijna op z’n Belgisch, al smaakt de keuken van de Belg Michael (afkomstig uit de buurt van Aalst) verdacht Laotiaans. Michael ruilde vijf jaar geleden België in voor Laos en vond er de vrouw van zijn dromen, een Laotiaanse schoonheid met gastronomisch talent. Dineren in het exotische Laos bij iemand met Belgische roots roept des te meer een gevoel van herkenning op. Hoe je het ook draait of keert, we blijven altijd wel een beetje verknocht aan onze heimat…
Vientiane is niet meteen een hoofdstad waar ik geïmponeerd geraak door spectaculaire bezienswaardigheden. Niet geheel verwonderlijk, want het grootste deel van het culturele erfgoed werd halverwege de 19de eeuw door de Thaise overheersers met de grond gelijk gemaakt. De wederopbouw vond plaats in het begin van de 20ste eeuw door de Fransen die het land ondertussen hadden gekoloniseerd. Het meest herkenbare symbool van de hoofdstad is de ‘Patuxai’. Vanop afstand lijkt het monument ter herdenking van de oorlogsslachtoffers op de ‘Arc de Triomphe’ uit Parijs. De triomfboog hebben de Laotianen in feite te danken aan de Amerikanen. Zij schonken aan Laos cement voor de aanleg van een nieuwe luchthaven. Uiteindelijk werd die aangewend om er de ‘Patuxai’ mee te bouwen. De Laotianen hebben er dan ook een passende bijnaam voor gevonden: de verticale startbaan.
De wat asgrauwe triomfboog staat inzake glitter en glamour haast diametraal tegenover de goudgeel verblindende ‘Pha That Luang’ of Grote Stoepa. Het is uitgegroeid tot een nationaal symbool en prijkt dan ook op zowat alle bankbiljetten. Het gerucht doet de ronde dat wie drie keer in de juiste richting rond de stupa loopt, het geluk je te beurt zal vallen. Ik kan evenwel niet uitvissen welke richting ik uitlopen moet. Ik zoek mijn heil dan maar op in de tempel Si Muang. Aan de ingang staan kraampjes die offervoorwerpen te koop aanbieden: kaarsen, bloemen, bananen, kokosnoten, … Een religieuze commerce die zijn ontstaan te danken heeft aan de Thaise invasie van 1828. Volgens de overlevering zou de steen -die lijkt op een gesmolten Boeddha versie- de verwoesting hebben overleefd. Wie in gedachten een wens doet en daarbij drie keer het beeld optilt, zal zijn wens in vervulling zien gaan. Het brengen van offers zou de wens bespoedigen. Ik overhaal me om het wensritueel te laten voltrekken. Net voor het verlaten van de tempel ontdek ik echter een rauw kantje aan het mooie wensverhaal. Nadat een voorganger zijn offerschaal vol fruit heeft neergelegd en het beeld tot driemaal toe heeft opgetild, zie ik hoe de fruitverkoopster de tempel binnenglipt. De inhoud van de fruitschaal verdwijnt discreet in een plastic zak om even later opnieuw te koop aan te bieden aan de volgende goed gelovige. Ik had beter de wens uitgesproken om fruitverkoper te worden…
Beste Grégory
Wij brachten in Vientiane een bezoek aan het COPE-center (http://www.copelaos.org/) waar de gevolgen van de Vietnamoorlog voor Laos pijnlijk duidelijk worden. We waren zwaar onder de indruk, dus is het zekereen aanrader.
Een mooi eindejaar en veel plezier met het vers aangeleverde materiaal.
Groeten
Tine en Wim