Een pretpark in wording?
Ik word gewekt door een kakofonisch geluid waarbij ik met moeite kan onderscheiden uit welke richting de oorverdovend klanken vandaan komen. Met onregelmatige tussenpozen ratelt een omroepstem boven de muziek uit. De digitale klok wijst kwart voor vijf in de ochtend aan. Is dit droom of werkelijkheid? Ik ben te moe om op te staan, maar geraak slechts met heel veel moeite opnieuw in slaap. Twintig minuten later ben ik terug wakker. Het lijkt alsof ze de volumeknop nog een paar decibels hoger hebben gedraaid. Miljard! Dit kan toch niet waar zijn? Ik probeer opnieuw in te dommelen, maar het is verloren moeite. Half zes in de ochtend, een onchristelijk uur… De ijskoude douche slaagt er niet in om het slaaptekort weg te spoelen. Aan de ontbijttafel krijg ik de ware toedracht van het hels lawaai te horen. De omroepstem is afkomstig van de machtigste man van het dorp. Hij begint vanaf half vijf in de ochtend mensen te ronselen om de bus te nemen. Vanuit zijn bureautje aan het busstation roept hij als een marktkramer de passanten toe. De man blijkt in het dorp zeer invloedrijk te zijn. Niemand durft hem dan ook duidelijk te maken dat zijn werkmethode niet echt slaapbevorderend is voor zijn medemens. De tweede boosdoener zijn een stel gehuwden. In Myanmar is het gebruikelijk om voor dag en dauw reeds het feest in te zetten. Voor de feestzaal wordt een dozijn speakers neergepoot die kan wedijveren met de geluidsinstallatie van ‘Torhout-Werchter’. Eén troost, het feestgedruis stopt meestal rond het middaguur.
Gelukkig hoef ik niet zolang te wachten om wat rust te vinden. Alhoewel… Het bezoek aan de gouden rotspagode van Kyaiktiyo kan je niet bepaald een rustgevende uitstap noemen. Alleen al de rit ernaar toe is al een dolle belevenis. De open toeristen-truck naar de top van de berg Kyaiktiyo schiet als een raket de hoogte in. De chauffeur duwt op zijn gaspedaal alsof het een lieve lust is. Ik hoop maar dat het bengelend boeddha beeldje aan zijn achteruitkijkspiegel ook voor zijn passagiers is bedoeld. Eenmaal op de top val ik van de ene verbazing in de andere. Niet alleen krioelt het er van één dagjestoeristen, maar tevens is het pad naar de pagode omgetoverd tot een braderie. Het aantal stalletjes waar je de honger kan stillen en de dorst kan lessen, is niet te tellen. Atletisch gebouwde en flink gespierde jonge mannen staan klaar om te zwaarlijvige toeristen tot aan de top naar boven te hijsen. Aan alles en iedereen is hier gedacht. Alvorens de hoofdattractie te bereiken, kom ik terecht op een kunstmatig eiland waar ik zowat in alle windrichtingen tempeltjes en boeddha beeldjes zie. De grootsheid ervan maakt de rotspagode bijna ondergeschikt.
De pagode waar alles om draait is gebouwd op een rotsblok die voor één derde lijkt te zweven boven de grond. Zoals overal in Myanmar is de religieuze toren goud geschilderd. Het lijkt wel alsof goud en geld onlosmakelijk verbonden zijn met hun godsdienst. Bij elke pagode of boeddha beeld staat wel ergens een glazen schatkist. Gelovigen deponeren er gedwee hun donaties in. Aan de overkant van het terrein kan je zelfs bladgoud blaadjes kopen. Terwijl vrouwen knielend in gebed verzonken zijn, kleven mannen het kleinood tegen de rotswand. Het hele gebeuren voelt bij mij allemaal net iets te kunstmatig aan om er stil van te worden. De plaats is teveel uitgegroeid tot een toeristische topattractie dat nog weinig uitstaans heeft met de essentie van het boeddhisme. Nu de deur op een kier staat op weg naar de democratie, zal het land de komende jaren alsmaar meer toeristen over de vloer krijgen. De rotspagode van Kyaiktiyo is goed op weg om uit te groeien tot een pretpark…