de aardbeving
Iran heeft niet alleen een kwalijke reputatie op politiek-religieus vlak, ook natuurrampen brengen het land vaak in de media. De zware aardbeving (6,7 op de schaal van Richter) op 26 december 2003 in de oude cultuur-historische stad Bam behoorde tot één van de zwaarste in de geschiedenis van Iran. Naar schatting 31.000 mensen verloren toen het leven. De oude stad werd voor 60% met de grond gelijkgemaakt. Het groot aantal slachtoffers was te wijten aan drie doorslaggevende factoren: de diepte van het epicentrum, de kwaliteit van de bebouwing en het tijdstip. Bij de beving van Bam zat alles tegen. De aardbeving zat slechts 10 km diep, de huizen waren opgetrokken uit klei en leem en het noodlot sloeg toe in het holst van de nacht toen bijna iedereen in bed lag. De 2000 jaar oude stad verloor niet alleen in één klap één vijfde van zijn bevolking, maar ook zijn toeristische citadel en een groot gedeelte van de historische binnenstad. Unesco besloot om kort na de beving de oude stad op te nemen in de Werelderfgoedlijst, maar tevens ook in de lijst met Bedreigd Werelderfgoed. Voor de Iraanse regering was het een hart onder de riem. Sinds tien jaar is men dan ook volop bezig met de wederopbouw.
Omwille van de broeierige hitte bezoeken we de oude stadskern bij het krieken van de dag. Reeds bij aankomst eist de gedeeltelijk gerestaureerde citadel onze aandacht op. Ze troont boven de huizen heen en domineert als geen ander de wijde omgeving. Aan de ingang zien we restanten van de stadswal die ooit 6 km lang was. Eenmaal binnen het complex kunnen we ons een duidelijk beeld vormen van de verwoestende kracht die hier plaatsvond. Hele stukken van de stad vertonen nog sporen van het drama dat zich hier voltrok. De aanblik is troosteloos. Het puinhoop doet me terugdenken aan oude archieffoto’s van Ieper vlak na de Eerste Wereldoorlog. Elf jaar na de aardbeving heeft men ongeveer 40% opnieuw opgebouwd. Een ganse groep archeologen ziet er nauwgezet op toe dat de stad in zijn originaliteit wordt gereconstrueerd.
Doorheen een doolhof van straten en steegjes ontdekken we het titanenwerk dat hier reeds werd verricht. Steen per steen krijgt hier opnieuw zijn plaats. Bouwtechnieken van weleer worden aangewend zodat de stad er terug uit ziet zoals voorheen. Vanop afstand heeft het geheel iets weg van één grote zandsculptuur. Schitterend, maar tezelfdertijd broos in al zijn eenvoud.
Eenmaal terug in onze guesthouse krijgen de herinneringen aan die bewuste nacht een diepmenselijk gelaat. De uitbater vertelt hoe zijn gastenverblijf als een kaartenhuisje ineenstortte. “Ik werd wakker door een gigantisch lawaai. Voor ik het goed en wel besefte zag ik de muren barsten. Ik sliep gelukkig in een ruimte zonder bovenverdieping. Twee van de acht toeristen hadden minder geluk. Zij overleefden de aardbeving niet. Sinds die bewuste dag zijn de bouwvoorschriften veel strikter geworden. Het geraamte van alle nieuwe gebouwen is tegenwoordig opgetrokken uit loodzware metalen balken. We kunnen alleen maar hopen dat we geen tweede keer worden getroffen door zo’n catastrofe…”