een verrassend einde…
Onze fietstocht doorheen het kloppend hart van de Kaukasus loopt op zijn laatste benen. Armenië in alle objectiviteit beoordelen, is na ons verblijf in Iran een onmogelijke zaak. In de voorbije drie weken hebben we haast dagelijks de Iraanse gastvrijheid gemist, maar anderzijds werd dit ruimschoots gecompenseerd door de natuur die in Armenië van een verbluffende schoonheid is. Zelden hebben we een land gezien dat zo groen gestoffeerd is met bossen en tezelfdertijd blauw dooraderd is met rivieren. Als fietsland overtreft Armenië dan ook de stoutste verwachtingen.
De zomer doet ook in Armenië stilaan zijn intrede en dus zitten we de laatste dagen wat vroeger in het zadel. De koelte van de ochtend maakt een beklimming net iets aangenamer. Andermaal worden we getroffen door de ongereptheid van het gebied. Lintbebouwing valt hier nergens te bespeuren. Uitgestrekte weilanden en akkervelden tekenen op de hoogvlaktes het landschap. Overal zien we mensen het land bewerken, vaak met de meest primitieve landbouwwerktuigen. Het Bokrijk van Armenië is hier een levendig museum. Nog meer dan in de steden is de armoede zichtbaar aanwezig. De dorpswinkeltjes verkopen vaak niet meer dan meest elementaire levensmiddelen. Hier en daar zetten de bewoners hun eigen winkeltje op. Het zijn overwegend hoogbejaarde inwoners die de eindjes aan elkaar proberen te knopen door wat eigen groenten en fruit te verkopen. Leven is hier in de eerste plaats overleven. Veel jongeren zoeken hun geluk dan ook in het buitenland en emigreren. Het percentage ouderen en niet- of minder opgeleide mensen in Armenië neemt dan ook zienderogen toe. De armoede en werkeloosheid werken de uitzichtloosheid van Armenië in de hand. Het aards paradijs is hier voor velen onbestaande.
Wij, als reizende fietsers, benaderen het land natuurlijk vanuit een totaal ander standpunt. De leegte van de dorpjes weet ons net te charmeren, net als de desolate plekken waar we eeuwenoude kerkjes en kloosters vinden die prachtig opgaan in de natuur. Sommige van die pareltjes worden niet eens aangegeven door een wegwijzer. Zo vinden we pas op aanwijzen van enkele bewoners van het dorpje Ardvi het St-John klooster. Vanuit de verte heeft het geheel iets weg van legoblokjes. Eenmaal dichtbij is het complex inderdaad niet meer dan een klokkentoren en een mini-kerkje. Desondanks is het precies die architecturale eenvoud die de plek zo idyllisch mooi maakt. Op een steenworp van het kerkje vinden we ook een bescheiden begraafplaats. Tussen de chatsjkars, kruisstenen versierd met fraaie motieven, liggen ook enkele verrassende graftombes. Sommige vertonen gebeitelde mensenfiguren, voorzien van persoonlijke bezittingen. Grafstenen die net iets meer uitstralen…
Op onze terugweg lijkt mijn woonplaats Ieper heel even in handbereik. We fietsen er namelijk langs een veld met duizenden klaprozen. Intuïtief houden we halt. John diept vanuit zijn broekzak zijn mobiele telefoon op. Drie klikken verder verschijnt op zijn display ‘Flanders Fields’ van de Canadese militaire arts John McCrae. Spontaan begint John het gedicht voor te lezen. Een ongewoon moment en een onverwacht mooie afsluit van onze fietstocht doorheen Armenië.
In Flanders Fields
In Flanders fields the poppies blow
Between the crosses, row on row,
That mark our place; and in the sky
The larks, still bravely singing, fly
Scarce heard amid the guns below.
We are the Dead. Short days ago
We lived, felt dawn, saw sunset glow,
Loved and were loved, and now we lie
In Flanders fields.
Take up our quarrel with the foe:
To you from failing hands we throw
The torch; be yours to hold it high.
If ye break faith with us who die
We shall not sleep, though poppies grow
In Flanders fields.