Ik fiets China binnen met de wetenschap dat dit misschien wel het meest confronterende land van de hele reis zal worden. Je weet sowieso dat elk land zijn eigen geplogenheden heeft. China wijkt in dat opzicht niet af van alle voorgaande landen die ik heb aangedaan. Maar door de immense uitgestrektheid van het land (China heeft een oppervlakte die overeenkomt met die van Europa en de Russische Federatie tezamen) is de diversiteit ontzettend groot. Dit weerspiegelt zich niet alleen in het landschap en het klimaat, maar evenzo in de levenswijze en eetgewoontes van de Chinezen.
Bij elk land op mijn reistraject is er een nieuwe drempel die overschreden moet worden. Het is een aftasten, een zoeken met de zintuigen als gids. In China zullen die zintuigen optimaal aangewend moeten worden, want de voornaamste zintuig, de spraak, wordt in een land als China naar de achtergrond gedrongen. Het is gek, maar ondanks het feit dat China zo’n modern en economisch welvarend land is, spreken de Chinezen nauwelijks of geen Engels. Best lastig, nu ik meer dan ooit op mezelf ben aangewezen. Ik ben aanbeland op ‘the point of no return’. Het is een vreemde gedachte, maar zo is het nu eenmaal. Er is geen terugweg, zoveel is duidelijk. En misschien is dit in zekere zin ook een troost of zoals een goeie vriend me onlangs zei: ‘er is op z’n minst duidelijkheid, de weg terug is afgesloten. Terugkeren naar België zal daar niks aan veranderen. Keep on riding is de boodschap.’ Welke route ik ook kies, welke weg ik ook insla, het zal de komende weken allesbehalve gemakkelijk worden. Er breekt nu een tijd aan van herbronnen, een tijd van loslaten en onderwijl de tijd de tijd geven om de het verleden een plaats te geven.