Het historisch park Sukhothai…
Thailand is een aards paradijs voor overjaarse hippies, zoekende zwervers en vroeg gepensioneerde mannen die hun libido achterna hollen alsof ze nog tieners zijn. Of moet ik zeggen, was… De toegang tot het Shangri-La van Azië is bijlange niet meer zo gemakkelijk. In het verleden kreeg je als toerist een visum van 3 tot soms zelfs 6 maand voorgeschoteld. Die kon je probleemloos verlengen via een zogenaamde ‘visarun’ (gewoon even de grens overwippen en tien minuten later opnieuw het land binnenwandelen). Op die manier slaagden vele buitenlanders erin om jarenlang illegaal in Thailand te verblijven. Om paal en perk te stellen aan deze mistoestanden heeft men enkele jaren terug de visumprocedure drastisch gewijzigd. Te drastisch, want wie nu over land Thailand binnenkomt, krijgt slechts een vrijgeleide van 15 dagen. Per fiets in twee weken tijd een land verkennen dat bijna 17 keer groter is dan België is een onhaalbare kaart. Andermaal kom ik tot de vaststelling: ‘Reizen is veel ‘niet’ zien…
Omdat ik nu eenmaal geen zonneklopper ben en stranden vol bruingebakken schoonheden niet meteen hoog op mijn verlanglijstje staan, besluit ik om mijn reis territorium te beperken tot Noord Thailand. Deze zeer bergachtige streek zou nog heel wat tradities herbergen, terwijl de grote diversiteit aan etnieën resulteert tot een onmiskenbare toeristische aantrekkingskracht. Benieuwd in hoeverre het toerisme de authenticiteit al dan niet reeds heeft aangetast…
Mijn ontdekkingstocht start al meteen onder een uitstekend gesternte, want na twee dagen fietsen bereik ik één van de hoogtepunten op mijn route: het historisch park Sukhothai. De ruïnes van het gewezen koninkrijk Sukhothai staan sinds 1991 op de Werelderfgoedlijst van Unesco en zijn uitgegroeid tot een toeristische topper. De uitgestrektheid van deze historische plaats zorgt ervoor dat de ontdekking een ware openbaring wordt. Twee dagen wandel en fiets ik tussen ruïnes, tempels en -hoe kan het ook anders- boeddhabeelden. Daar ik voor dag en dauw reeds op verkenning ga, levert de zonsopgang meteen ook een paar pareltjes van foto’s op. Hoe ik deze gigantische hoeveelheid aan beeldmateriaal ooit zal verwerken, is een paar andere mouwen. Misschien moet ik toch maar nog een extra jaartje verlof aanvragen…
Sukhothai wordt soms wel eens het kleine broertje genoemd van de Angkor Wat tempels in Siem Reap (Cambodja). De vergelijking neem ik eerder met een korrel zout, al moet ik eerlijk bekennen dat ik echt wel gecharmeerd ben door de archeologische passie waarmee het verleden wordt weergegeven. Dat dit ooit een gigantisch en groots koninkrijk moet zijn geweest, voel ik aan den lijve wanneer ik als nietige bezoeker tussen de vaak zeer nauwkeurig gerestaureerde ruïnes struin. In gedachten catapulteer ik mij terug in de tijd. De teletijdmachine brengt me terug tot in de 13de eeuw na Christus en moeiteloos kan ik de gouden periode van het koninkrijk opsnuiven. En daarbij beseffen dat deze monumentale bouwwerken zijn tot stand gekomen in een tijd waar het woord ‘industrialisering’ nog moest worden uitgevonden… Onvoorstelbaar en verbluffend!