De eerste indrukken…
Ik moet toegeven… het is even wennen om vrij onverwacht gedropt te worden in hartje Beijing, hoofdstad van China. Toen we net de grens waren overgestoken met Mongolië en in het grensstadje Erlian informeerden naar mogelijke transportmogelijkheden, zaten we zonder het goed en wel te beseffen een half uur later reeds op een slaapbus richting Beijing. Een reis met z’n tweetjes loopt steevast anders uit dan een solo-reis. Persoonlijk had ik het liefst gefietst tot in het hart van deze metropool, maar Lies had een heilige schrik om haar terugvlucht te missen. Samenreizen is eens te meer compromissen sluiten.
Door de veel vroegere aankomst dan gepland, heb ik in allerijl een slaapplek gezocht via de internetsite www.couchsurfing.org. Het principe is eenvoudig. Je surft naar de website, kijkt wie er een couch (sofa) aanbiedt en stuurt een request (vraag tot verblijf). Veel luxe of comfort hoef je niet te verwachten, maar in ruil krijg je wel een leerrijke en aparte inkijk in de leefwereld van je gastheer en/of –vrouw. Het is een reisformule die ik tijdens mijn lange fietstocht doorheen Zuid-en Midden-Amerika meermaals heb gebruikt. Beijing is evenwel iets lastiger voor couchsurfing. In principe mogen Chinezen geen vreemden logement aanbieden. Wie in China logeert moet zich binnen de 48 u laten registeren bij de politie. Een service die meestal ongemerkt in orde wordt gebracht door de receptionist(e) van het hotel of hostel. Daarenboven is Beijing een wereldstad waar maar liefst 20 miljoen mensen opeengepakt leven. Extra bergruimte voor tandem en trailer mag je wel vergeten. Het gros van de mensen wonen hier in oude, hoge Sovjetblokken. De woonruimte doet dan ook vaak ook dienst als slaapkamer.
Daar Annelies voor de laatste dagen van haar verblijf zich nog eens extra wil verwennen, parkeren we onze stalen ros en aanhangsel in het luxueuze hotel dat ze voor haar vertrek uit België heeft geboekt. De fietstocht ernaartoe geeft ons meteen de kans om een glimp op te vangen van het hyper drukke Beijing. Al moeten we bekennen dat we moeiteloos doorheen het verkeer laveren. Om de gigantische verkeersstroom -er rijden maar liefst 5 miljoen wagens rond in Beijing- in te dijken, heeft de overheid het gebruik van tweewielers sterk gepromoot. Haast overal is er een afgescheiden rijstrook voorzien waar fietsers, maar vooral elektrisch aangedreven kleine scooters hun weg banen. Eenmaal de fiets op stal, verkennen we te voet de stad verder. Al snel merken we dat voetgangers hier op en top zwakke weggebruikers zijn. Zebrapaden zijn hier aangebracht als couleur locale, niet om automobilisten aan te manen snelheid te minderen. Onze snelle fietsbenen komen meer dan eens van pas. We passen evenwel al gauw een andere tactiek toe bij het oversteken. We laten steevast een stel Chinezen voorop lopen, zodat wij niet als eersten worden weggemaaid. Wat ons ook meteen opvalt en zelfs een beetje choqueert, is de manier hoe Chinezen zich gedragen. Je kan geen straat inwandelen of je hoort wel ergens voor of achter, links of rechts van je iemand rochelen. Het kokhalzend geluid wordt steevast gevolgd door een al even wansmakelijke gespuug. Onwaarschijnlijk! Maar dat is niet alles… Chinezen schamen er zich niet voor om in hun neus te peuteren en luidruchtig te gesticuleren. In ieder geval zullen we er de komende dagen meer dan ooit aan moeten wennen, want traditiegetrouw nemen de Chinezen de eerste week van oktober vakantie. Naar schatting 430 miljoen Chinezen trekken er dan op uit. Als die allemaal naar Beijing komen afgezakt, dan zou onze regenkledij nog eens van pas kunnen komen. Of moet ik zeggen… spuugkleren?