Er zijn van die landen die niet meteen een bepaald beeld oproepen. Landen waar je niet onmiddellijk concrete associaties aan verbindt. Je kent ze hooguit bij naam, maar ze geografisch op een kaart situeren wordt al lastiger. Oekraïne is zo’n land. Een volledig blinde vlek is het evenwel niet. Begin 2014 zette het zichzelf op de wereldkaart. Neen, niet omwille van het Eurosongfestival dat in Oekraïne immens populair is, maar omwille van de inmiddels vergeten burgeroorlog.
De annexatie van de Krim door Rusland ligt zo’n beetje aan de grondslag van de oorlog die nu reeds meer dan vier jaar woedt in het oosten van Oekraïne. De pro Europese koers dat Oekraïne begon te varen was een doorn in het oog voor Rusland. Onder het mom de burgers te beschermen tegen de onrust in het land, viel Rusland de Krim binnen. In een referendum gaven de inwoners van de Krim te kennen zich te willen afscheuren van Oekraïne en zich aan te sluiten bij Rusland. En zo geschiedde. Maar daar bleef het niet bij. Ook de inwoners ten oosten van Oekraïne voelden zich niet langer verbonden met de regering in Kiev. Ze waren ontgoocheld in de regering, voelden zich niet gehoord en waren misnoegd over de afzetting van hun president Viktor Janoekovytsj. Kort daarop verklaarden de regio’s Donetsk en Loegansk de onafhankelijkheid. De gevreesde burgeroorlog werd onafwendbaar.
Inmiddels zijn we vier jaar verder en is de impasse groter dan ooit. De gevechten tussen de separatistische groeperingen (gesteund door het Russische leger) en het leger van Oekraïne laaien met de regelmaat van de klok nog steeds op. Van enige toenadering is er nauwelijks sprake. Meer nog, het lijkt er op dat de burgeroorlog meer en meer een vergeten oorlog aan het worden is. Dat er inmiddels meer dan 10.000 slachtoffers zijn gevallen lijkt daar weinig aan te veranderen.