De voorbije decennia zijn we anders gaan reizen. De tijd dat we met z’n allen in een volgestouwde auto op vakantie gingen bij onze buurlanden is haast nostalgie geworden. Het vliegtuig is tegenwoordig het vervoersmiddel bij uitstek geworden om één van de vele Europese bestemmingen aan te doen. Met het verdwijnen van de grenzen is ook het ritueel om je Europees paspoort te overhandigen aan de grenspost niet langer aan de orde. Meer nog, als je niet goed oplet, reis je reeds in een ander land nog voor je het goed en wel beseft. Het scheelt dan ook geen haar of ik had de grenspaal tussen Tsjechië en Polen zo voorbij gefietst.
Polen zal ongetwijfeld de geschiedenis ingaan als één van de landen die het zwaarst getroffen is door de Tweede Wereldoorlog. Miljoenen mensen kwamen om en het land werd door de Duitsers in puin achtergelaten. De vele nog te bezichtigen concentratiekampen zoals deze van Auschwitz en Płaszów laten weinig tot de verbeelding over. Door het krappe tijdsschema vertoef ik echter niet in de mogelijkheid om mij echt in het verleden te verdiepen. Het uitstippelen van de route wordt hier in hoofdzaak bepaald door mijn fietsritme en het weer. Vooral de laatste valt de voorbije dagen nogal tegen.
Omdat een gemiddelde dagafstand van 120 km noodzakelijk is om op 100 dagen het zuiden van China te bereiken, eindigt mijn dagtocht meestal rond half negen ’s avonds. Door het opgelegde fietsverbod tussen 9u ’s avonds en 7u ’s morgens, is het dan vaak een kwestie van snel wikken en wegen inzake het zoeken van een slaapgelegenheid. Met arendsogen speur ik dan de omgeving af. Bij slecht weer krijgen schoolgebouwtjes of wat verscholen gelegen beschuttingsplekjes prioriteit. Wanneer de kans op regen relatief klein is, komen woningen van jonge gezinnen in het vizier. Achtergelaten speelgoed in de tuin vormen hierbij een belangrijke indicatie. Ook de toevallige en zichtbare aanwezigheid van een bewoner op zijn territorium is vaak voldoende om onmiddellijk tot de actie over te gaan. De drempel om aan te bellen, verdwijnt dan automatisch waardoor het contact net nog iets vlotter verloopt. Zo komt het dat ik de eerste nacht op Pools grondgebied mijn tentje probleemloos in de grote achtertuin van Dimitri en zijn familie kan plaatsen. Nog voor ik goed en wel mijn stulpje had rechtgezet, waaide de geur van sissend worstjes op de barbecue me al toe. Ik vrees dat wij Belgen minder goed scoren als het op spontane gastvrijheid aankomt. Benieuwd of die trend van hartelijkheid me ook de komende dagen te beurt zal vallen…