Jebel Shams
Fietsproblemen blijven me parten spelen. Bij de start van de beklimming van Jebel Shams, de hoogste berg van Oman, gaat het meteen fout. De ketting draait zich keer op keer vast tussen de derailleur. Met de moed der wanhoop wrik ik ontelbare malen uit alle macht de ketting terug los. Al snel kom ik tot het besef: doorfietsen is zinloos. Net op het moment dat ik beslis rechtsomkeer te maken, stopt een Toyota Landcruiser. Een jong stel stapt uit om enkele foto’s te maken van het panoramisch uitzicht. Meteen besef ik dat dit mijn enige kans is om toch nog dit uitgestrekt bergachtig gebied te verkennen. Vijf minuten later zit ik achterin de wagen. Het jonge echtpaar is afkomstig uit Nederland en maakt een rondreis van een tiental dagen doorheen Oman. Ze hebben een kampeerplek gereserveerd in één van de resorts op de top van ‘Al Hajar’ gebergte. Bij aankomst kan ik probleemloos mijn tentje neerzetten op een steenworp van het zwembad. Terwijl de zon langzaam achter de horizon verdwijnt, besef ik eens te meer dat het leven een aaneenschakeling is van toevalligheden.
Omdat de streek zich uitstekend leent voor bergtochten, besluit ik om het Nederlands koppel te vergezellen op hun uitstap. Na enig beraad valt de keuze op de ‘Balcony trekking van Jebel Shams’. Het blijkt een ideale beslissing te zijn, want zes uur lang genieten we van weergaloze vergezichten. Soms hebben we zelfs het gevoel dat we te midden van de Amerikaanse Grand Canyons vertoeven. Na elke bocht verschijnt er een ander prentkaart. We geven onze ogen de kost en genieten mateloos van het immense gebergte. Intuïtief voel ik aan dat ik een zoveelste puzzelstuk heb toegevoegd aan mijn patchwork van onuitwisbare reisindrukken. Andermaal word ik overspoeld door een euforisch gevoel en de zekerheid dat ik ook nu weer de juiste keuze heb gemaakt: ik heb geleefd!
Oman is zich ten volle bewust van het economisch belang van het toerisme. De voorbije jaren is met dan ook volop bezig met de restauratie van diverse forten. Het paradepaardje is ongetwijfeld het fort van Bahla, althans als ik de receptionist aan de ticketbalie op zijn woord mag geloven. Inzake grootsheid imponeert de uit leem opgetrokken vestiging in ieder geval als geen ander. Reeds van kilometers ver doemt het bouwwerk -dat op de Unesco lijst staat- als een soort feniks op. De binnenkant is echter minder indrukwekkend. De vele lege, haast doodse kamers geven me het gevoel dat ik doorheen een skelet van een gigantisch gebouw wandel. Het fort mist een ziel en ik slaag er dan ook niet in om mijn verbeelding de vrije loop te laten. Ook het gebrek aan enige informatie over de vele vertrekken of het fort in zijn totaliteit geeft me eerder een wat ontgoochelde indruk. De teleurstelling wordt gelukkig grotendeels gecompenseerd door mijn bezoek aan het fort van Jabreen. Hier tref ik wel kamers aan die ingericht zijn met originele meubels en gebruiksvoorwerpen. Ook ontdek ik her en der plafonds die prachtig beschilderd zijn. Met het bezoek aan het fort van Jabreen loopt mijn verkenningstocht doorheen Oman stilaan op zijn laatste benen. Nog een viertal dagen en dan zet ik een definitief punt achter dit indrukwekkend land. Benieuwd hoe en waar ik de laatste dagen zal doorbrengen…