Verrassende ontmoetingen…
Onder reizigers per fiets bestaat een zekere vorm van verbondenheid en herkenning. Naast de drijfveer om de wereld op een ‘andere’ manier te ontdekken is er ook de drang om steeds weer die ene grens te verleggen. Als fietser interpreteren we grenzen op velerlei manieren. Er is niet alleen de geografische grens van het overschrijden van dorpen, steden en landen. Wij overschrijden al fietsend ook psychologische grenzen, maar evenzo sociale en culturele, als politieke en religieuze grenzen. In het aftasten naar worden we daarbij door dik en dun gesteund door onze trouwe, stalen ros. De fiets brengt ons niet alleen op plaatsen waar ‘gewone’ reizigers nauwelijks of niet komen. Ons vervoersmiddel opent ook deuren die in normale omstandigheden gesloten blijven. Anderzijds weten we ook als geen ander wat het is om kilometerslang onze reisgezel de hoogte in te trappen. We kennen de grillen van moeder aarde en vloeken honderduit als we schaakmat worden gezet. Reizigers per fiets zijn nu eenmaal uit een ander soort hout gesneden…
Een gevoel dat nog maar eens wordt bevestigd wanneer we Marcus tegen het lijf fietsen. Marcus is geboren in Duitsland, maar leeft sinds een jaar of vijf meer op de fiets dan in zijn thuisland. Zijn jong gezicht en streuse lichaamsbouw laten zijn leeftijd niet meteen in de kaart kijken. Ik gok erop dat hij de grens van vijftig heeft overschreden. Zijn atletische bouw verklaart misschien ook meteen zijn snelheid. In twee maand tijd heeft hij de afstand Duitsland – Armenië afgelegd, goed voor een slordige 4500 km. Slapen doet hij overwegend in zijn tent, zijn vertrouwde biotoop. In zijn drang naar eenvoud reist hij -zoals hij het zelf omschrijft- volledig batterijloos. Aan zijn stuur bengelt enkel een uurwerk dat mechanisch in werking treedt door middel van bewegingsgolven. Een laptop, camera, gps, blog, mobile telefoon, … Het is allemaal niet aan hem besteed. Hij reist pur sang en in de eerste plaats voor zichzelf. Soms keert hij terug naar zijn geboorteland om wat bij te klussen. Eenmaal voldoende geld bijeen, trapt hij opnieuw andere horizonten tegemoet. Een echte reisroute heeft hij niet, een eindbestemming evenmin. Het kan het Indonesisch eiland Bali worden, maar evenzo Sidney in Australië. Alles kan, niets moet lijkt wel zijn levensmotto te zijn. Een aparte kerel, die Marcus.
Ook Nominoë en Simon zijn fietsende nomaden. Deze twee jonge Belgische twintigers zijn beiden afkomstig uit de streek van Namen. Een jaar geleden beslisten ze om de wijde wereld per fiets te verkennen. Ze vonden in Brussel tussen het ijzerschroot twee afgedankte fietsen, lapten die op tot rijvaardige voertuigen en trokken op pad. Hun zeer beperkt reisbudget noodzaakt hen om af en toe een tijdlang ergens te verblijven en wat bij te klussen. Op acht maand tijd hebben ze elk 1000 euro besteed en leven dus ver onder het bestaansminimum. Hun enthousiasme is er echter niet minder om, integendeel. Ze genieten als geen ander van hun keuze om ontdaan van alle luxe de wereld te verkennen en te ontdekken. Wanneer ze heel kras bij kas zitten, haalt Nominoë zijn viool boven en Simon zijn diabolo. Als circusartiest en straatmuzikant vullen ze elkaar perfect aan. Het zijn jonge gasten die leven van wat de dag brengen zal en op het ritme van de fiets. Hoe verschillend we ook reizen, toch voel ik bij het afscheid nemen dat we iets met elkaar gemeen hebben: wij hebben geleefd…