te midden van landschappelijk schoon…
Terug op bekend terrein of toch bijna. Wie kriskras doorheen een land reist, komt slechts zelden terecht op dezelfde plek. De stad Zugdidi voelt bij terugkomst uit Abkhazia echter wel vertrouwd aan. Haast blindelings laveer ik al fietsend doorheen de straten. Door het onverwachte oponthoud aan de grensovergang, is het reeds schemerdonker wanneer ik het centrale plein op fiets. Tijd om opnieuw mijn wild kampeerplekje van twee weken terug op te zoeken.
De eerstvolgende dagen wil ik het landschappelijk schoon van de Kaukasus ten voeten uit gaan verkennen. In Georgië staat dit synoniem voor hoge toppen, wonderbaarlijke gletsjers en lieflijke valleidorpjes tussen grasgroene velden. Op de landkaart staat de route aangegeven met een witte lijn die op vele plaatsen wordt onderbroken door een korte stippellijn, wat wijst op een moeilijke 4×4 doorgang. Zou de ontoegankelijkheid van het gebied en de moeilijke leefomstandigheden op grote hoogte in het voordeel spelen van de exceptionele leeftijdsgrens van zijn bewoners? Volgens statistieken telt Georgië per 100.000 inwoners maar liefst 51 honderdjarigen. Of misschien moet je vele extra levensjaren krijgen om het land in al zijn schoonheid te ontdekken…
Ondanks het vroege vertrekuur, kruipen de afgelegde kilometers maar moeizaam op. De weg mag er dan wel uiterst comfortabel bij liggen (lees: asfalt), de haarspeldbochten verbergen venijnige kuitenbijters om haast elke hoek. In ruil krijg ik panoramische uitzichten, een prentbriefkaart groot. Alleen al voor het uitzicht zijn de zware fietsinspanningen me meer dan de moeite waard. Wanneer ik me zo zwoegend de hoogte in werk, moet ik toch vaak onvermijdelijk denken aan die goed in de watten gelegde top wielrenners op hun pluimgewicht fietsen. De Tour de France is verworden tot een publiciteitscircus waar sportprestaties ondergeschikt staan aan reclame-inkomsten. Wanneer zien we diezelfde helden van het volk eens naar boven kruipen met een loodzware fiets met dito bepakking? Waar is trouwens de tijd dat Briek Schotte met buitenband om de schouders de Vlaamse kasseien trotseerde? Ach, de helden van de boksauto’s zoals de Vlaamse charmezanger Guido Belcanto jaren geleden zo mooi bezong… Het is pure nostalgie geworden…
Ook nu weer zie ik langs de kant van de weg begraafplaatsen die iets weg hebben van een verzameling tuinhuisjes. Ze vormen op de bergetappe voor een aangename afwisseling om eens op adem te komen. Het voelt vreemd aan om te zien hoe knus de doden hier worden vereerd. Het grafzerk gaat op in het geheel van de ruimte die als woonkamer is ingericht. Spiegels, kastjes, foto’s, persoonlijke bezittingen, … De wat vreemde verzameling vormt een aparte eenheid die toch vertrouwd aanvoelt. Bij één bepaald graf hangt er zelfs een verwrongen stuur aan de muur. De doodsoorzaak kan niet explicieter in herinnering worden gebracht…
Ook andere zaken in het landschap wekken mijn nieuwsgierigheid op, zoals de haast onmogelijke locaties van sommige pittoreske kerkjes. De plaats van sommige gebedsplaatsen te midden van het gebergte is al even verrassend als de binnenkant ervan. Fresco’s die de tand des tijds nauwelijks hebben doorstaan voeren me eeuwen terug in het verleden. De authenticiteit doet me heel even kippenvel krijgen. Ook de oude stenen wachttorens die hoog boven de huizen uitrijzen doen me met verstomming slaan. Hun aparte verschijning te midden van de soms piepkleine dorpjes geeft het landschap een apart karakter. De unieke torens werden gebruikt als woningen en pakhuizen. Daarnaast fungeerden ze ter protectie van lawines, maar waren evenzo verdedigingsposten tegen mogelijke aanvallers. De route naar de top van het pittoreske dorpje Ushguli op 2600 meter hoogte ligt nog minstens een lange, zware fietsdag verwijderd. Nu, daar maal ik niet om. Zolang ik maar kan blijven genieten, dwalen en verdwalen…