en zijn Unesco troefkaarten…
Ik heb het gebergte achter me gelaten en ben aangekomen in Kutaisi, de tweede grootste stad van Georgië. Na mijn omzwerving doorheen het wezenloze berglandschap van Svaneti is het weer wennen aan verkeerslichten, zebrapaden, toeterend verkeer en het drukke stadsleven. Het contrast met de bergachtige streek van Georgië kan haast niet groter. Mijn halte in Kutaisi heeft alles te maken met de twee bouwwerken die Unesco heeft toegevoegd aan zijn Werelderfgoedlijst: de Bagrati kathedraal en het klooster van Gelati.
De Bagrati kathedraal torent als een grote blikvanger hoog boven de stad uit. De blauwgroene koepel schittert als een diamant in het felle zonlicht. Ernaast kijken is haast onmogelijk. Pas vrij recentelijk kan de kerk opnieuw van binnenin bezocht worden. Ingrijpende restauratiewerken drongen zich de voorbije jaren op waardoor de kerk alleen van buiten af te bewonderen was. Het bouwwerk, waarvan de eerste steenlegging dateert uit de 11de eeuw, is imposant in afmetingen. De binneninrichting is dan weer opvallend sober. Het valt me telkens op dat er in de Georgische kerken en kathedralen nauwelijks beeldhouwwerken van Bijbelse figuren of taferelen hangen. Schilderijen en iconen met de beeltenis van de Heilige Maagd Maria zijn dan weer wel nadrukkelijk aanwezig. Het geloof is in de Georgische maatschappij nog een sterke pijler waar zowel ouderen als jongeren zich aan vastklampen.
De oosters-orthodoxe Gelati-klooster ligt buiten het centrum, schilderachtig gelegen op de top van een met bossen bedekte heuvel. Onderweg fiets ik langs een ander kerkje dat mijn aandacht opeist. Wanneer ik wat vaart minder, zie ik tussen de grafzerken een gedekte tafel waar vier heren aanzitten. Het zwarte gewaad, het zilveren kruis en de grijswitte baard laten er geen twijfel over bestaan. De orthodoxe priester nuttigt het middagmaal in het bijzijn van enkele van zijn parochianen. Voor ik het goed en wel besef, wordt er een stoel en bord bijgeschoven. Het spontaan uitnodigen van een reiziger behoort nu eenmaal tot de Georgische gastvrijheid, net als de zelfgemaakte wijn die ook nu weer meer dan rijkelijk vloeit. Wijn degusteren krijgt hier een andere invulling dan bij ons. Waar wij de textuur van de wijn en zijn aroma’s analyseren door afgemeten te nippen aan ons glas, kappen de Georgiërs deze godendrank ad fundum naar binnen. Daar tegenover staat wel dat er voor elk te legen wijnglas een proost moet worden uitgebracht. Er wordt geklonken om de meest uiteenlopende redenen, zolang er maar geproost kan worden. De snelheid waarmee de wijn wordt geconsumeerd, is duizelingwekkend. Wanneer ik drie kwartier later opnieuw op mijn stalen ros stap, voel ik intuïtief aan dat de tocht naar het Gelati complex een ware penitentie zal worden…
Ik vloek honderduit en verwens de priester met zijn discipelen naar de maan. Heel even durf ik zelfs mijn hoofd erop verwedden dat het gezelschap zich nu verkneukelt om die reizende fietser met zijn lome fietsbenen. Had ik geweten dat het klooster zo hoog verscholen lag tussen het groen, dan had ik wat meer op mijn strepen gestaan. Mijn tweewieler voelt plots aan als een loodzware bakfiets. Bij elke nieuwe, steile helling zwalp ik noodgedwongen van links naar rechts om toch maar niet tot stilstand te komen. Waarom liggen al die kloosters trouwens ook zo hoog in de bergen? Na een zoveelste vloek en met iets minder promille alcohol in het bloed, bereik ik uiteindelijk totaal leeg gefietst het domein.
Wanneer ik echter oog in oog komt te staan met het Gelati complex, verdwijnen de inspanningen als sneeuw voor de zon. Niet alleen de prachtige kathedraal uit 1106 en de verschillende bijgebouwen vormen een harmonieus geheel, ook de wondermooie fresco’s doen me met verstomming slaan. De ligging van het uitgestrekte heiligdom is idyllisch mooi en werkt het teletijds gevoel in de hand. Alleen enkele luidruchtige toeristen verstoren de rust en katapulteren me terug naar de werkelijkheid. Via een infobord ontdek ik dat het complex ooit dienst deed als een soort academie waar wetenschappers, filosofen en theologen er zich wijdden aan studie en kennis. De afgezonderde ligging en serene stilte zullen ongetwijfeld een positieve uitwerking hebben gehad op het intellectueel gezelschap. Binnenin de kathedraal staan tot hoog in de nok van de middenbeuk steigers opgesteld. Mede door de erkenning van Unesco kan het Gelati klooster rekenen op financiële steun om de nodige renovaties uit te voeren. Het cultureel erfgoed van Georgië is alvast voor de toekomst verzekerd…