6de Nieuwsbrief
Vrijdag 4 april 2014 – Muscat (Oman)
Hoi iedereen,
Wat gebeurde er met Wim? Het is één van de titelsongs uit het rijk gevulde oeuvre van Johan Verminnen. De voorbije weken stelden velen zich de vraag ‘Maar wat gebeurde er met Grégory?’ Na het duidelijk werd dat het solar-avontuur een andere wending kreeg, bleef het opvallend stil, althans wat de nieuwsbrief betrof. Wie de website regelmatig raadpleegde, kon vaststellen dat ik driftig verder aan het reizen was.
De voorbije maanden fietste ik door Laos, een deel van Thailand en Myanmar. Vooral Laos en Myanmar konden me als fietsland geweldig bekoren. Beide landen hebben dan ook wel wat met elkaar gemeen. Zo worden ze bevolkt door alleraardigste mensen en zijn de landen door het geringe verkeer echte fietsparadijzen. Zeker als je het vergelijkt met het hectische Vietnam waar het geluid van toeterende, gemotoriseerde voertuigen je ei zo na knettergek maakt. Maar ook op religieus vlak zijn er gelijkenissen. Zo is het boeddhisme er alomtegenwoordig. De tempels en gebedsplaatsen lijken op sommige plaatsen wel winkelpaleizen waar duizend en één goud glimmende Boeddhabeelden in de uitverkoop staan. Het geloof is ook terug te vinden in de typische klederdracht van de monniken. Met hun oranje (Laos) en wijnrode (Myanmar) gewaden vormen ze een kleurrijke fotografische verschijning in de samenleving.
In de tempelstad Luang Prabang (Laos) was ik er getuige van processies en religieuze aanbiddingen ter ere van ‘Pha Bang’, het gouden Boeddhabeeldje waaraan de stad zijn naam te danken heeft. Twee dagen lang keek vanop de zijlijn toe en verbaasde me over de devote ernst die ermee gepaard ging. Er waren nog zaken die mijn nieuwsgierigheid aanwakkerden. Zo trof ik in het noorden van het land, meer bepaald in Phonsavan, de vlakte der kruiken aan. Over een oppervlakte van enkele hectaren liggen er gigantische stenen kruiken kriskras verspreid. Niemand weet precies hoe oud ze zijn, wie ze produceerde en voor welk doel. Tot dusver vormt de site voor archeologen één grote mysterie. Stukken minder mysterieus is de zogenaamde ‘Geheime Oorlog’. In dezelfde streek ontdek ik namelijk dat de United States Air Forces tussen 1964 en 1973 er maar liefst 270 miljoen bommen hebben neergedropt. Negen jaar lang werd Laos letterlijk plat gebombardeerd. Amerika wou op die maner het oprukkend communisme in Indochina (Vietnam, Laos en Cambodja) een halt toe roepen. Amerikaanse piloten dropten systematisch na een luchtaanval op Noord-Vietnam -op hun terugweg naar hun basis in Thailand- de niet gebruikte bommen willekeurig af boven Laos. De ‘Vergeten Oorlog’ maakt van Laos zo het meest gebombardeerde land in de wereldgeschiedenis. Jaren na de feiten vallen nog steeds slachtoffers, want van de gedropte munitie (in hoofdzaak clusterbommen) is naar schatting 20 to 30% niet ontploft.
Myanmar heeft gelukkig een minder turbulent oorlogsverleden. Alhoewel… Tot in begin 2011 kreunde het land onder een militair bewind en sloot het zich volledig af van de buitenwereld. De steeds luidere roep van de bevolking voor een meer democratische samenleving werd tussen 1962 en 2007 meermaals bloedig in de kiem gesmoord. Pas de laatste jaren opende het land zijn deuren voor toeristen en gelukkig maar! Zelden ben ik zo vaak van de ene verbazing in de andere gevallen. Vooral inzake cultureel erfgoed is het land een pareltje van formaat. Diverse steden staan dan ook te drummen om opgenomen te worden tot de vermaarde Unesco Werelderfgoedlijst. De meest verbluffende stad is ongetwijfeld Bagan. Verspreid over een oppervlakte van 40 km² liggen er maar liefst 2.327 stoepa’s of tempels kwistig rondgestrooid. Zelden heb ik tussen zo’n schitterend eeuwenoud decor gefietst. Niet alleen de prachtige architectuur van het verre verleden maakt Myanmar zo bijzonder als reisland, ook de typische culturele eigenheid sloeg me vaak met verstomming. De openheid van de vriendelijke bevolking, na jaren van repressie, verbaasde me evenzo. Toch kon ik aan den lijve ondervinden dat de regering -die voor 80% oudgedienden zijn van het leger- de touwtjes nog stevig in handen heeft.
Toen het duidelijk werd dat ik de grens met Bangladesh of India niet per fiets kon oversteken, besloot ik via een andere weg Myanmar te verlaten. Dit was echter buiten de waard gerekend van de migratiepolitie. Tot tweemaal toe werd ik opgepakt en kreeg als beloning een hotelkamer achter de tralies. De volgende dag werd ik prompt het land uitgestuurd. Ik moet de Birmaan die zo treffend de politieke situatie in zijn land beschreef, gelijk geven. “Ogenschijnlijk waait er een nieuwe wind aan het top, maar in wezen is er niks veranderd. De leiders van toen zijn nog steeds aan de macht, ze hebben alleen een ander kostuum aangetrokken…”
Inmiddels is de reisroute ook grondig gewijzigd. Omdat het onmogelijk was om over land verder te fietsen, moest ik noodgedwongen toch het vliegtuig nemen. Uiteindelijk besloot ik om heel andere oorden op te zoeken, zowel op sociocultureel als religieus vlak. Enkele dagen geleden ben ik aangekomen in het islamitische ‘sultanaat’ Oman. Na enkele dagen van acclimatisatie (de dagtemperaturen schommelen hier rond de 40°C) vertrek ik morgen voor drie weken per fiets op ontdekking. Benieuwd of het land en zijn volk me even sterk zal kunnen bekoren als Laos en Myanmar. Wordt vervolgd…
Snikhete groeten vanuit Oman,
Grégory Lewyllie