Het is stilaan een ritueel aan het worden. ’s Morgens bij het eerste ochtendgloren rits ik het tentzeil open of in iets comfortabele slaapomstandigheden, gluur ik doorheen het gordijn van mijn hotelkamer. De aanblik blijft evenwel onveranderd. Al dagen is het in Polen aan het miezeren. Ook voor de komende dagen wordt er geen weersverbetering verwacht. Het tegenvallende weer noodzaakt me om drastisch mijn reisplannen te herschikken. Zo laat ik Krakau, de grootste stad van Polen, links liggen. Tijdens het fietsen probeer ik zoveel als mogelijk op eigen kracht mijn bamboefiets met solarkar voort te duwen. Op die manier kan ik alsnog grote afstanden overbruggen, al zijn de inspanningen dubbel zo zwaar.
Het klinkt paradoxaal, maar precies door de zwaardere inspanningen en lange dagafstanden liggen de contacten met de locale bevolking net iets hoger. De frequentere tussenstops zorgen er namelijk voor dat ik meermaals aan de praat geraak en zelfs een paar keer word uitgenodigd om mee aan tafel aan te schuiven. Het zijn precies die contacten die ertoe bijdragen dat ik puzzelstukken krijg aangereikt om het hedendaagse Polen beter te begrijpen.
Zo verneem ik dat Polen tot de sterkste economieën behoort van Centraal Europa. Een vreemde vaststelling als je weet dat het tegelijkertijd ook het grootste Centraal Europese emigratieland is. Naar schatting leven er 2,5 miljoen Polen in het buitenland. Het aantal Poolse gastarbeiders in België wordt geschat op 70.000! Aan de grondslag ligt de grote ongelijkheid tussen de lonen en de levensstandaard in Polen en die in West-Europa. De zuurverdiende centen in onze bouwsector of landbouw worden naar het thuisfront opgestuurd. Ze vormen een meer dan mooi extraatje als je weet dat de lonen hier gemiddeld rond de 500 euro schommelen.
Ik ontdek dat er evenwel een grote kanttekening gemaakt moet worden bij die schijnbaar sterke economie en relatief lage werkloosheidscijfer. Zo zijn de meeste arbeidscontracten zogenaamde ‘rommelcontracten’, tijdelijke contracten voor jobs van onbepaalde duur. Deze contracten geven werkgevers de kans om hoge administratieve lasten en belastingen te omzeilen. Het moedigt hen aan om meer mensen aan te nemen. En daar wringt net het schoentje, want deze tijdelijke contracten bieden geen enkele bescherming tegen ontslag, ziekte of arbeidsongeval. Voor de jongeren van nu is pensioenopbouw onbestaande. Vroeg of laat zal de huidige regering daar een prijs voor betalen. Ooit zal men moeten betalen voor de jonge generatie die precies door die rommelcontracten geen pensioen kan opbouwen.
Ook op politiek vlak rommelt het. De rechts politieke partij PIS won vorig jaar de verkiezingen dankzij populistische maatregelen. Ze kwamen ondermeer aan de macht door de invoering van het 500+ programma. Jonge gezinnen ontvangen nu maandelijks per kind 500 zloty (€110) kinderbijslag. Met deze maatregel wil de politieke partij de lage vruchtbaarheidsgraad terug dringen. Ook willen ze komaf maken met de zogenaamde rommelcontracten opdat jongeren een beter arbeidersstatuut zouden krijgen. Ze beloven meer sociale hulp en meer steun voor landelijk achtergestelde regio’s. Sceptici zijn het er echter roerend over eens dat deze peperdure maatregelen en tegemoetkomingen onbetaalbaar zijn. Tevens lijkt het er meer en meer op dat de huidige regering steeds minder tegenspraak duldt. Zo werden onlangs een pak Poolse rechters van het Hooggerechtshof de laan uitgestuurd omdat ze te kritisch waren over de huidige gang van zaken. Ze werden vervangen door meer regeringsgezinde rechters.
Polen mag dan wel voor mij als toerist uitermate gastvrij aanvoelen, voor wie er woont en werk ziet de werkelijkheid er heel anders uit. De toekomst zal het moeten uitwijzen, maar hoe dan ook heeft Polen nog een lange weg af te leggen.