13/11/2013: ‘Hello’ Vietnam…

Welkom in Vietnam…

Iedereen heeft ze… de ene in zijn hoofd, de andere zorgvuldig bewaard op een vel papier. Ze verschillen bij eenieder. Bij de ene is het opvallend kort, bij de andere dromerig lang. Bij de ene is het kortbij, bij de ander exotisch ver. Verlanglijstjes van reisbestemmingen… Ik ben sinds een paar dagen gestart met mijn top drie-lijstje aan te vinken. Vietnam prijkt op een mooie derde plaats. De reden? De eeuwige glimlach van zijn volk en de niet te versmaden culinaire keuken. Althans zo heb ik het me altijd voorgesteld. Benieuwd of Vietnam zijn derde plaats in de top drie ook daadwerkelijk waard is…

Omdat ik Vietnam ten voeten uit en in verschillende fasen wil ontdekken, heb ik besloten om de solartrailer voor anderhalve week op stal te zetten. Via een lusvormige route kan ik op de terugweg de trailer opnieuw aanhaken. Bovendien snak ik meer dan ooit naar die ongedwongen manier van reizen. Dwalen en verdwalen, dribbelen op off-road wegen en oeverloos lang genieten van elke ingeslagen weg. De eerste route wordt een rondje Noord-Vietnam. Lijkt me net iets avontuurlijker dan een rondje Nederland…

Via de online Couchsurfing organisatie vind ik in het Vietnamese grensstadje Lao Cai een veilig onderkomen voor mijn trailer. De jongeman nodigt me bij aankomst uit om samen met zijn familie te lunchen. De rijst-tofoe maaltijd gaat vlotjes binnen. Of komt het door de Chivas die rijkelijk vloeit? De whisky spoelt in ieder geval de domper van deze morgen weg. In een onbewaakt moment verwisselde mijn peperspray van eigenaar. Hopelijk denkt de dief dat het haarlak is… Lichtjes beneveld fiets ik de stad uit. Nauwelijks vertrokken doemen de eerste wegwerkzaamheden op. Ik prijs me al meteen gelukkig dat ik de trailer heb achtergelaten. Als een basketbal stuiter ik over de verhakkelde weg, terwijl voorbijrijdend verkeer me in grote stofwolken hullen. De tropische hitte en de inspanningen vertalen zich in parelende zweetdruppels. Ze vormen een magnetische aantrekkingskracht voor het ronddwarrelend stof. Na meer dan een uur kies ik eieren voor mijn geld. Ik verlaat de route en sla een andere weg in. Zolang ik zuidwaarts fiets, kom ik wel ergens uit op mijn eerste grote stopplaats, de hoofdstad Hanoi.

De drukte maakt plaats voor een landelijke weg die zich evenwel venijnig omhoog slingert. In ruil defileren prentkaarten van landschappen. De eerste Vietnamese dorpjes duiken op en warempel… mensen zeggen hier ‘hello’ en ‘how are you?’. Na zes weken fietsen in China waar geen kat Engels spreekt, voelt elke begroeting warm hartelijk aan. Of komt het door mijn opvallende fiets? Vietnamezen gaan hier zowaar uit hun dak. Mensen roepen me na en schoolgaande kinderen per fiets zetten meteen de sprint in wanneer ze me opmerken. Ze trappen de longen uit hun lijf op hun veel te grote fietsen. Wellicht een afdankertje van grootvader, maar dat deert hen niet. Reizen per fiets is hier een feest! Ook inzake bevoorradingspunten is het land een waar paradijs. Overal vind je langs de kant van de weg superkleine winkeltjes. Sommige beschikken zelfs over een klein terrasje met wiebelige mini-tuinstoelen. Vietnamezen maken het je graag comfortabel en dus wordt er steevast een ventilator bijgehaald. Dank je wel, maar kan je dan ook even mijn landkaart vasthouden?

Als fietser is het reizen onderweg een essentieel onderdeel van de reisbeleving. De manier waarop je een land opsnuift, kent zijn gelijke niet. Het onbekende land geeft schoorvoetend zijn geheimen prijs, wielomtrek per wielomtrek. Je wordt opgenomen in het geheel, omdat je je verplaatst zoals zijn bewoners. Fietsen is hier in Vietnam hét vervoersmiddel bij uitstek. In feite leent het land zich uitstekend om het als lichtgewicht te bereizen. Overal vind je wel ergens een bescheiden hotelletje. Campings zijn hier onbestaande. Een sterren-quotatie kennen ze evenwel niet. Mijn allereerste onderkomen zou in ieder geval geen schijn van kans maken. Het bed is spartaans hard en beslapen, het hoofdkussen ruikt onfris en de lakens vertonen ontmaagdingsvlekken. Hmm? Ben ik wel in het juiste hotel aangekomen? Bij het opendraaien van de kraan van de wasbak, krijg ik meteen ook een voetwassing. Inzake zuinig waterverbruik kunnen de Nederlanders hier nog iets leren…

Omdat ik ook mijn kookspullen heb achtergelaten, zoek ik hier elke avond een eettentje op. Street food is hier alomtegenwoordig, zelfs in kleine dorpjes. Als richtlijn is de bezettingsgraad veelal een goeie indicatie. Door de wat lange fietsdag zijn de meeste eettentjes al aan het opkramen. Geen nood, ik kan mee aanschuiven aan de eettafel van een restauranteigenaar. Het gezin spreekt evenwel geen Engels en onze communicatie is dan ook nagenoeg nihil. Dat neemt niet weg dat de glazen behoorlijk vlot geledigd en opnieuw gevuld worden. De drank smaakt verdacht veel naar een te hoog percentage aan alcohol. Het eten wordt afgeruimd en het dambord -het gezelschapsspel bij uitstek- wordt bovengehaald. De glazen worden opnieuw bijgeschonken. Ik kan het tempo nauwelijks volgen, evenmin de snelheid waarmee ik schaakmat word gezet. Na twee partijtjes hou ik het voor bekeken. Op wankele benen zoek ik in de duisternis mijn sober stulpje op. Als een blok graniet val ik in slaap. Reeds na één dag in Vietnam heb ik ontdekt hoe je Spartaanse bedden moet beslapen…