Momentopnames…
Er zijn momentopnames in ons leven die blijven hangen in de geheugenkamer van onze hersenen. Tatoeages van lijnen, kleuren en vormen; onuitwisbaar als waren ze gebrandmerkt op onze ziel. Bij mij zijn het niet meteen de meest fraaiste beelden die opborrelen. De ingevallen, gesloten ogen van mijn vader in het mortuarium. De opwellende tranen van Clio in de troostende armen van moeder Suzanne op de kinder-kankerafdeling van het ziekenhuis Gasthuisberg te Leuven. Gelukkig zijn er ook mooie herinneringen die overeind blijven. Mijn vertolking van het personage Guido in het toneelstuk ‘Hora Est’. Het bereiken van de top van de vulkaan Lanin in Argentinië. Soms zijn er ook momentopnames waarvan je jaren later afvraagt waarom ze ooit de tand des tijds hebben overleefd. De gebeurtenis van deze morgen zou wel eens tot deze laatste categorie kunnen behoren.
Terwijl ik langzaam ontwaak bij een kop lauwe, stroperige Laotiaanse koffie met gecondenseerde melk, kom ik tot een onthutsende vaststelling. Gisteravond heb ik in het geharrewar bij het afstappen van de bus mijn landkaarten van Laos, Vietnam, Cambodja en Thailand laten liggen, alsook mijn reisgids. Fietsen zonder een kaart is voor mij zelfs in dit virtuele tijdperk haast ondenkbaar. Het ritueel om ’s avonds laat of ’s morgens vroeg de kaart als een lappendeken te kunnen uitspreiden… Om het tapijt aan wegen, dorpen en steden met je wijsvinger als een onzichtbaar spoor te kunnen volgen… Zalig! Als in een rekensom zet ik mijn gedachten op een rijtje. De bus is gisteravond doorgereden naar Luang Prabang, zijn eindbestemming. ’s Anderdaags legt zo’n bus hetzelfde traject opnieuw af, maar in omgekeerde richting. Met wat geluk kan ik de bus onderscheppen en de vergeten spullen alsnog recupereren. Als deze tenminste nog op de bus liggen…
Een half uur later leg ik met handen en voeten aan de loketbediende van het busstation mijn probleem uit. Tussen mijn duim en wijsvinger hou ik als een talisman het visitekaartje van de busmaatschappij vast. Na enig aandringen kan ik de man overhalen het telefoonnummer in te tikken. Luttele tellen later hoor ik achter mij een telefoon rinkelen. ??? Zaten er dan toch hallucinerende paddenstoelen in mijn broodje paté van deze morgen? Ik draai me om en kan me ogen nauwelijks geloven. Daar staat hij, de buschauffeur met achter hem zijn omgebouwde truck. Mijn reisboek ligt netjes geparkeerd achter de voorruit van de bus. Van de landkaarten daarentegen is geen spoor te bekennen. Of toch? De buschauffeur troont me mee naar één van de vele eetstalletjes rond het loketgebouw. Schouderophalend en met een onverschillige blik wijst hij in de richting van een vuilnisbak. Warempel! Daar liggen ze, netjes ingezegend door een ochtendlijke, slijmerige hoestrochel. Ik moet me bedwingen om ze niet te kussen.
Ik ben dolgelukkig, maar tezelfdertijd maak ik toch ook een kanttekening bij het onwaarschijnlijk verhaal. De bus is gisteravond rond 11u aangekomen in Luang Prabang. Om 8u30 deze morgen heeft diezelfde bus er reeds een rit opzitten van vier à vijf uur. De bus is -hoe kan het ook anders- opnieuw gevuld met een vracht aan goederen. Het inladen is niet het nachtwerk geweest van noeste kabouters, maar van de buschauffeur en zijn hulpje. Wie een beetje kan rekenen en tellen, weet dat de chauffeur nauwelijks heeft geslapen. Zo dadelijk stappen niets vermoedende toeristen de bus op voor een rit van 10 tot 12 uur. Ze hebben er evenwel geen idee van dat ze een pact hebben gesloten met een ‘kamikaze’. Time is money… Die zou in de toekomst wel eens onmenselijk hoog kunnen zijn.
Het geluk ligt voor één keer volledig aan mijn kant. Gisterenavond had ik tijdens mijn korte zoektocht naar een guesthouse, vastgesteld dat de motor sputterde. De moed zakte me zowaar in de schoenen. Deze morgen bleek bij nader toezien dat het te wijten was aan een verwrongen kabel. Inmiddels is ook dat probleem opgelost. Het ziet ernaar uit dat het dwalen en verdwalen nu echt kan beginnen. Laat ons hopen!