Toen in 2011 in België een algemeen rookverbod bij wet werd vastgelegd in de horecasector, stonden heel wat horeca-eigenaars op hun achterpoten. “De doodsteek voor de horeca” was toen een vaak gehoorde uitspraak. Plots leek het alsof cafégangers omwille van het roken hun favoriete kroeg opzochten. Flauwekul natuurlijk. Toegegeven, een cafébezoek is een sociaal gegeven waar vooral een goed glas bier en een gezellige babbel centraal staan. Voor sommigen maakte de sigaret het plaatje compleet.
De tijden zijn veranderd, maar niet in Azië. Tijdens mijn verblijf in China heb ik zelden zoveel mannen zien roken, ook op restaurant. Nog voor de maaltijd wordt opgediend, vinden sigaretten kwistig hun weg naar de tafelgenodigden en ook achteraf rookt iedereen gezellig mee. In China rookt naar schatting tweederden van de jongemannen. De helft ervan gaat een vroegtijdige dood tegemoet door tabakverslaving. In 2010 stierven maar liefst 1 miljoen Chinezen door tabak, meestal mannen. Als de huidige trend aanhoudt, worden dat er 2 miljoen in 2030. Waar overheden in het westen de voorbij twee decennia grootschalige anti-tabak campagnes op poten hebben gezet, staat het anti-rookbeleid in China nog in de kinderschoenen. De campagnes zullen ook alleen maar succes hebben als er tevens een sterke prijsverhoging wordt doorgevoerd. Sigaretten zijn in China namelijk spotgoedkoop. Voor een pakje van 20 sigaretten betaal je nauwelijks anderhalve euro. Hoeveel de prijs bedraagt in Laos, daar ben ik nog niet achtergekomen. Wel heb ik gemerkt dat de sigarettenpakjes hier ontsierd worden door onsmakelijke foto’s. Iets wat ik in China nooit heb aangetroffen.
Of een prijsverhoging van de tabak sommigen zal weerhouden om te stoppen met roken, is nog maar de vraag. Het zal deze pijp lurkende vrouwen in ieder geval worst wezen. Zij roken namelijk zelf gekweekte tabak. Of ze roken voor de gezelligheid lijkt me eerder twijfelachtig. Ik denk dat roken voor hen eerder een manier is om te ontsnappen uit de realiteit van het dagdagelijkse leven.