De Chinese Muur en de Verboden Stad…
Eigen aan zowat alle kosmopolitische steden heeft ook Beijing aardig wat te bieden op toeristisch vlak. In de hoop de grote vakantiedrukte wat voor te zijn, beslissen we om de toeristische toppers eerst af te werken: de ‘Chinese muur’ en de ‘Verboden Stad’.
De Grote muur kan je vanuit verschillende plaatsen gaan bezichtigen. De dichtste plek, de Badalingpas, bevindt zich op een goeie 75 km van de hoofdstad en is één van de drukst bezochte. Wij opteren om te kiezen voor de plek Jinshanling, 130 km verwijderd van Beijing. Niet alleen is het een stuk minder toeristisch, het is vooral veel authentieker en het best bewaard. Via een georganiseerde dagtrip -aangeboden door de hostel waar we twee dagen verblijven- vertrekken we voor dag en dauw. Wanneer we de hoofdstad verlaten, zit de bus volgeladen met backpackers. Het prijskaartje van de dagtrip (+/- 30 euro) is duidelijk geen obstakel om deze menselijke prestatie met eigen ogen te aanschouwen.
Eerlijk gezegd, de Grote Muur doet zijn naam -als één van de zeven wereldwonderen- alle eer aan. Over de ware oorspronkelijke lengte lopen de meningen nog wel eens uiteen. In ieder geval is hij 6335 km lang en is hij gemiddeld 7 à 8 meter hoog. Vele delen zijn nog overwoekerd door vegetatie en zullen wellicht nooit meer toegankelijk worden gemaakt voor het grote publiek. De eerste steen werd gelegd rond het jaar 475 voor onze jaartelling en was oorspronkelijk gemaakt uit leem en klei. De volledige voltooiing nam 2000 jaar in beslag. Naar schatting zijn er twintig staten en drie dynastieën bij de bouw betrokken geweest. Aanvankelijk werden enkel afzonderlijke stukken muur opgetrokken, in strategische gebieden. Op die manier slaagde men erin om de binnenvallende nomadenstammen vanuit het noorden tegen te houden. Het is pas rond 221 voor Christus, na de eenwording van China onder keizer Qin Shi Huangdi, dat de verschillende stukken muur met elkaar werden verbonden tot één grote verdedigingsmuur. Over de effectiviteit van de Chinese muur wordt tot op vandaag de dag getwijfeld. De geschiedenis heeft aangetoond dat wanneer een dynastie verzwakt was, China toch werd binnengevallen. Na een lange periode van verval werd de Grote Muur tijdens de Ming-dynastie (1368 – 1644) gerestaureerd en versterkt met stenen en cement.
Wij stappen trede op en af en kuieren over de kronkelende muur. Het uitzicht is overweldigend, al wordt ons zicht enigszins beperkt door mistsluiers. We laten het niet aan ons hart komen en proberen ons in te beelden hoe de mens tot zo’n creatie in staat was. Vanuit sommige uitkijktorens zien we hoe de muur zich een weg slingert doorheen het landschap, enig mooi! We hadden graag wat meer tijd gehad om dit imposant bouwwerk ten voeten uit te verkennen, maar door de georganiseerde dagtrip zijn we gebonden aan tijd.
Voor het bezoek aan de tweede toeristische topper, de ‘Verboden Stad’ hebben we meer tijd. Geen overdreven luxe, want het complex is immens groot. De bouw ervan dateert van 1407-1422 en werd tijdens de Ming dynastie gerealiseerd door honderdduizenden arbeiders. De opeenvolgende dynastieën hebben het telkens gerestaureerd en uitgebreid. In zijn huidige vorm is het maar liefst 950 m lang en 750 m breed. De naam ervan verwijst naar een periode waar het verboden terrein was voor het gewone volk.
Het complex is opgebouwd uit buiten -en binnenhoven waar gigantische paleizen met goudkleurige daken uit de grond rijzen. Van hieruit regeerden de keizers eeuwenlang het rijk. Naar schatting herbergt de ‘Verboden Stad’ maar liefst 980 gebouwen en bijna tienduizend kamers, de ene al luxueuzer dan de andere. Sommige gebouwen deden dienst als nederig stulpjes voor de leden van het Keizerlijke hof. Gelegen in het centrum van Beijing, omgeven door hoge muren, grachten en reusachtige toegangspoorten was het een stad binnen de stad. We vergapen ons aan al de pracht en praal, want naast de ontelbare gebouwen en paviljoenen zijn er ook talrijke kunstgalerijen. Ze stellen de kostbaarheden tentoon die toen in gebruik waren. Zelfs na een hele dag van verkenning tussen glamour en glitter, hebben we slechts een fractie gezien van wat de ‘Verboden Stad’ aan schoonheid herbergt. Eén ding is zeker, de Chinese overheid koestert deze toeristische troefkaart als een godsklompje, want honderden eeuwen na de bouw ervan levert het de staatskas ongetwijfeld een aardige stuiver op.