Samen onderweg…
Een blog secuur bijhouden is een geen sinecure. Naast de verplaatsingen per fiets en de vele bezienswaardigheden, is het vaak een hele krachttoer om alle indrukken van de voorbije dag neer te pennen. Vooral de voorbije twee weken slaagde ik er niet om dit monnikenwerk te handhaven. De hoofdreden had vooral te maken met het gezelschap waarin ik vertoefde. Bij aankomst in de stad Thaton zag ik in de guesthouse maar liefst vier fietsen staan. De sticker van ‘Maison du vélo’ trok mijn aandacht. Dit moesten Belgen zijn, want wie anders rijdt er op fietsen afkomstig uit deze Brusselse fietsenzaak. Ook de twee andere fietsen wekten mijn nieuwsgierigheid op. Het frame was volledig gemaakt uit bamboe en de aanhechtingsstukken afgewerkt met carbon fiber. Hier zat een verhaal achter, zoveel was duidelijk…
En wat een verhaal… De trotse eigenaars van de bamboe-fietsen zijn Jules en Li, met respectievelijk Australische en Engelse roots. Ze zijn net een jaar onderweg en bijna halverwege hun einddoel. Na een intensieve workshop in Amerika, hebben ze de fietsen zelf in elkaar geknutseld. Hun leven zal na hun fietsreis nimmer nog hetzelfde zijn, want al fietsend zijn ze tevens aan het verhuizen. In Londen hebben ze al hun spullen in een container gestopt met als eindbestemming Sidney. Daar willen ze een nieuw bestaan opbouwen. Het koppel vertoont alle allures van levensgenieters. Lekker eten en drinken lijken naast het fietsen hun levensmotief. Ook het jonge Belgische stel (Jean en Ellen) profiteren mateloos van hun sabbatjaar. Vanuit hun thuisland zijn ze gefietst naar Istanbul. Terwijl Ellen er wat vrijwilligerswerk verrichtte, zette Jean gedurende 6 weken zijn tocht alleen verder in Iran. Van daaruit is hij naar Bangkok (Thailand) gevlogen om er Ellen op te wachten. Ondertussen zitten ze opnieuw op de fiets. Hun avontuur eindigt halverwege mei. Omdat we allemaal dezelfde kant opfietsen, hebben we besloten om een stuk samen te fietsen. Het is even wennen. Als je lange tijd alleen heb gefietst, dan is reizen in groep toch weer wat aanpassen. Waar ik de gewoonte heb om reeds om 7u ’s morgens op de fiets te zitten, wordt dit in groep al gauw 9u. Ook de dagafstanden liggen beduidend lager. Die ongemakken neem ik er echter graag bij. Het internationaal gezelschap is een meer dan welkome afwisseling.
Het onderweg zijn per fiets blijf een feest, eens te meer in Myanmar. De mensen zijn er supervriendelijk en gastvrij. Het lijkt erop dat het isolement waarin het land jaren verkeerde, geen vat heeft gehad op het karakter van zijn inwoners. In 2011 maakte een nieuwe grondwet een einde aan het militaire bewind. Sindsdien zit het land in een stroomversnelling aan veranderingen. Myanmar is goed op weg om zijn statuut als internationale paria kwijt te geraken. Na tien dagen fietsen kan ik maar twee minpunten opsommen: de luidruchtigheid en het eten. Birmezen houden van muziek en dit op elk uur van de dag. Om vijf uur ’s morgens gewekt worden door oorverdovende muzikale klanken is schering en inslag. Vooral bij trouwfeesten barsten de boxen zowaar uit hun voegen. Opgelegde geluidsnormen zijn hier onbestaande. Lang uitslapen is hier dan ook een illusie. Inzake het culinaire moet Myanmar de duimen leggen voor zijn buurlanden China en Thailand. Rijst is zowat de basis van elke maaltijd. Die wordt aangevuld met curry’s die bereid worden door ui, gember en knoflook in een overvloed aan olie te fruiten. Courante smaakmakers zijn koriander, vispasta en citroensap. In diezelfde nogal vettige saus wordt ook vis of kip gaar gemaakt. Omdat het rijst inmiddels zowat mijn oren uitkomt, kies ik steevast voor een schotel noedels. Voor een goeie portie Vlaamse karbonade met ‘echte’ frietjes en een kwak mayonaise blijft het nog even dagdromen…